Werkplekleren als hefboom bij palliatieve zorg

 

In een vorig artikel stelde dr. Peter Pype dat de bijscholing voor palliatieve zorg moet evolueren naar nieuwe formats en dat hierbij nood is aan een overkoepelend programma. Huisartsen willen hun kennis over palliatieve zorg bijspijkeren, zoals blijkt uit de vele vragen die ze stellen aan de verpleegkundigen van de palliatieve thuiszorgequipe. Maar de informatie slaat niet altijd neer onder vorm van duurzame kennis. Training van de palliatief verpleegkundigen om het overleg efficiënter te leiden lijkt nieuwe mogelijkheden te bieden.

 

 

Na 15 jaar ervaring als equipearts in een palliatieve thuiszorgequipe kan ik er niet meer naast kijken”, zegt dokter Peter Pype (Vakgroep huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg, Universiteit Gent). “Palliatief verpleegkundigen geven huisartsen informatie, maar dezelfde vragen blijven regelmatig terugkomen. Kennelijk blijven de antwoorden van de verpleegkundigen niet lang genoeg in het geheugen hangen. Huisartsen moeten toegang krijgen tot mogelijkheden om op een duurzame manier hun kennis van de palliatieve zorg te verbeteren.”

 

Het bijscholingscircuit op de schop nemen, is een denkbare optie. Maar dr. Pype bewandelt een andere piste: kan men gesprekken rond het bed van de patiënt zodanig voeren dat ze een bron van blijvende competentie vormen?

 

 

Iedereen leert van iedereen

 

De eerste onderzoeksresultaten zijn alvast beloftevol. Uit focusgroep-onderzoek bleek dat de klassieke bijscholing bij huisartsen niet uit de verf komt als de meest efficiënte methode om zich verder te bekwamen in de palliatieve zorg. Het probleem is vooral de gebrekkige synchronisatie tussen het leermoment en de realiteit op het terrein: je hoort vandaag een lezing over een specifiek probleem, maar pas zes maanden later kom je dat bewuste probleem in de praktijk tegen – de kennis is intussen vervaagd. Daarentegen wees het werk met de focusgroepen uit dat er wel belangstelling is voor werkplekleren.

 

Met het oog op deze gegevens hebben we een cross-sectionele survey opgezet bij 12 van de 15 palliatieve equipes in Vlaanderen”, aldus Peter Pype. “Een eerste grote verrassing was dat niet alleen de huisarts veel opstak van contacten met de palliatief verpleegkundige, maar dat de palliatief expert-verpleegkundige zelf er net zozeer wijzer bij werd. Meer zelfs, binnen het betrokken netwerk leerde iedereen van iedereen: ook de familie van de palliatieve patiënten en de thuisverpleegkundige waren bronnen van waardevolle informatie. De overgedragen informatie was zeer breed en betrof zowel lichamelijke en psychische als spirituele aspecten van de zorg. Of nog, organisatie en coördinatie. We hebben met die survey voor het eerst op een kwantitatieve manier aangetoond dat werkplekleren bestaat binnen de context van de palliatieve zorg.”

 

Een andere belangrijke vaststelling betrof de leermethode zelf: huisarts en verpleegkundige verwierven kennis door naar elkaar te luisteren of elkaar aan het werk te zien bij het bed van de patiënt. Peter Pype: “Maar we weten uit de literatuur dat er efficiëntere leermethoden zijn, zoals feedback krijgen, incidentanalyse, enzovoort. Daarvan maakten de deelnemers aan onze cross-sectionele survey veel minder gebruik.”

 

 

Verpleegkundige wordt facilitator

 

De onderzoekers wisten nu dat het werkplekleren bij palliatieve zorg geen duurzame resultaten tot stand bracht, omdat de gebruikte leermethode voor verbetering vatbaar was. Ze besloten de palliatief verpleegkundigen op te leiden tot facilitator van werkplekleren. De verpleegkundigen leerden om op een vraag van de huisarts niet meer zomaar met een antwoord te reageren. In plaats daarvan zouden ze voortaan met de huisarts over het besproken probleem reflecteren en hem zodoende in zijn denken activeren. “De bedoeling hiervan is dat de huisarts zelf tot het antwoord op zijn vraag komt”, zegt dokter Pype. “We weten uit de algemene onderwijskundige literatuur dat kennisverwerving veel efficiënter verloopt als er een actief proces bij betrokken is.

 

Tegelijk werden de verpleegkundigen aangemoedigd om zich niet tot hun adviserende rol te beperken. “We zetten de verpleegkundigen ertoe aan systematisch de huisarts aan te spreken als ze zagen dat hij iets deed wat volgens hen niet helemaal optimaal was. We vermoedden immers dat palliatief verpleegkundigen geneigd zijn alleen op het beleid van de huisarts in te pikken als ze denken dat zijn handelen een ongunstige weerslag kan hebben op de zorg voor de patiënt. Dat leek ons een gemiste leerkans voor de huisarts.”

 

Uit verslag opgenomen een paar maanden na te training bleek dat de palliatief verpleegkundigen goed met de nieuwe insteek overweg kunnen. Huisartsen merken de verandering op en reageren positief. Of ze de overgedragen informatie nu beter en langer zullen integreren, zal moeten blijken uit vervolgresultaten. Deze gegevens zullen des te betekenisvoller zijn omdat de onderzoekspopulatie at random in twee onderzoeksgroepen werd verdeeld, naargelang de palliatief verpleegkundigen wel of niet als facilitator getraind waren. “Dat is de huidige stand van het onderzoek”, concludeert Peter Pype.

 

 

Een modus vivendi

 

De nieuwe manier die men palliatief verpleegkundigen heeft aangeleerd om met huisartsen om te gaan, wordt een modus vivendi. De palliatief verpleegkundigen melden dat ze net zo goed faciliterend gingen communiceren met thuisverpleegkundigen. Daarom omvat het onderzoek van Peter Pype ook een peiling bij thuisverpleegkundigen: “Als we kunnen aantonen dat gefaciliteerd werkplekleren bevorderlijk is voor de kennis van alle betrokkenen, kunnen we naar de universitaire en politieke overheden stappen om steun te vragen voor de implementering van het concept.”

 

 

Nog meer plannen en een oproep naar samenwerking

 

Ontwikkelingen rond werkplekleren zijn nog lang niet aan hun laatste fase toe. Als men het concept doeltreffend wil implementeren, zullen vervolgmodules voor de training van palliatief verpleegkundigen moeten worden ontwikkeld. Kennis en vaardigheden moeten immers regelmatig worden onderhouden, anders vervagen ze. Eind dit jaar zal het concept van werkplekleren onder de hoede van palliatief verpleegkundigen ook worden getest in woonzorgcentra en ziekenhuizen. “Ten slotte zou ik in de toekomst graag onderzoek willen opzetten over het nut van werkplekleren in de bredere context van de medische zorg”, zegt dr. Pype. “Daarnaast zou ik graag artsen, verpleegkundigen en kinesitherapeuten al tijdens hun basisopleiding met elkaar in contact brengen, zodat ze van meet af aan leren met elkaar te overleggen, als voorbereiding op het werkplekleren tijdens hun latere veldwerk.

 

 

Medewerkers van ziekenhuizen of academische centra met belangstelling voor deze onderzoekslijn, zijn welkom (peter.pype@ugent.be).

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.