Franse artsen kunnen tegen de wil van de ouders in de kunstmatige beademing stopzetten van een veertienjarig meisje dat met een zwaar hersenletsel in het ziekenhuis ligt. Dat heeft de Raad van State, de hoogste administratieve rechtbank van Frankrijk, vrijdag beslist.
Het lot van de 14-jarige Inès, die al een half jaar in vegetatieve toestand in Nancy in het ziekenhuis ligt, wordt daarmee in de handen gelegd van de medische specialisten die haar toestand opvolgen. Het is aan hen om uit te maken "of en wanneer de beslissing over het beëindigen van de behandeling moet worden uitgevoerd", oordeelt de Raad van State.
Inès, die aan een auto-immuunziekte lijdt, werd in juni 2017 met een hartstilstand en apneu aangetroffen en naar het ziekenhuis gebracht. Daar stelden de artsen vast dat ze zware hersenschade had opgelopen. Omdat er geen hoop bestond op een verbetering van haar toestand, wilden de behandelende artsen in juli 2017 de kunstmatige beademing stopzetten.
De ouders waren het niet eens met die beslissing en stapten naar de rechtbank. Maar zowel in eerste aanleg als in beroep werden de ouders van Inès in het ongelijk gesteld. Ook de rechters van de Raad van State volgden vrijdag die beslissing. Ze baseren zich onder meer op het onherstelbaar verlies van autonomie voor het kind.