Rond het midden van 2017 opende de Franstalige wetenschappelijke vereniging van huisartsen SSMG eCrash, een online meldpunt voor informaticaperikelen. Mede daardoor werd het mogelijk de bestaande mankementen onder de aandacht van de overheid te brengen. De SSMG wil nu een permanent meldpunt aanreiken. Het klachtenformulier wordt aangepast, zodat er nog meer gegevens kunnen verzameld worden.

Toen het jongste medicomut-akkoord ondertekend werd, waren sommige syndicalisten opgetogen over wat daarin stond over eHealth. De tekst houdt rekening met een reeks tekortkomingen, aangezien hij een tiental mogelijke maatregelen voor verbetering opsomt.

De SSMG-voortrekkers hebben eind november in de medicomut verslag kunnen uitbrengen van wat eCrash aan gegevens heeft opgeleverd. Maar ook nu blijven ze op hun hoede. Ze willen van eCrash een permanent meldpunt maken. Het systeem wordt aangepast, zodat meer gegevens kunnen worden verzameld.

Vincent Parmentier van de SSMG-werkgroep rond eHealth: “Er wordt een nieuw meldingsformulier aangemaakt, zodat de collega’s nog meer details kunnen geven over de storingen waarmee ze te maken krijgen. Ze zullen in de toekomst bewijsstukken aan hun melding kunnen toevoegen, zoals een screenshot.” De tweede versie van eCrash zou in de loop van de maand februari beschikbaar zijn.

De eerste versie had flink wat frustraties aan het licht gebracht: de programma’s en systemen zijn niet stabiel, maar men beoogt hun gebruik te verplichten. Artsen verliezen er veel tijd mee, terwijl ze er eigenlijk zouden moeten winnen. Recentelijk zijn ook nog eens de prijzen van de EMD-pakketten gestegen, zoals sommige syndicaten al meldden.

De SSMG-woordvoerders zeggen het nog eens: ze zijn niet tegen de informatisering van de huisartsgeneeskunde. Maar de bestaande tekortkomingen moeten verholpen worden, als men wil dat huisartsen enthousiast blijven werken en tijd genoeg overhouden voor hun patiënten. “We schatten dat huisartsen nu gemiddeld 40 minuten per dag verliezen aan het gebruik van de eHealth-diensten”, aldus nog de wetenschappelijke vereniging.