Aangepaste voeding voor baby's met een koemelkeiwitallergie wordt vanaf volgende maand deels terugbetaald. Dat meldt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit). Om recht op terugbetaling te hebben, moet een arts-specialist wel eerst een diagnose stellen. Bij huisartsen heerst daarover bezorgdheid, al zit niet iedereen op dezelfde golflengte.
Concreet zal voortaan ook doorgedreven eiwithydrolysaat (naast aminozuurpreparaten) gedeeltelijk terugbetaald worden. De tussenkomst bedraagt 50% van de prijs, met een maximumprijs van 12 euro per doos, vergelijkbaar met reguliere zuigelingenvoeding. De terugbetaling geldt enkel indien de diagnose van koemelkeiwitallergie wordt gesteld door een kinderarts of gastro-enteroloog. Deze specialist moet het kind ook regelmatig opvolgen en evalueren of de aangepaste voeding nog noodzakelijk is.
Hoewel het initiatief op zich wordt toegejuicht, groeit de kritiek onder huisartsen over de praktische haalbaarheid van de regeling. Dr. Audrey Bonnelance, als huisarts verbonden aan ONE, het Franstalige Kind & Gezin, noemt de maatregel “onuitvoerbaar” en “losgekoppeld van de realiteit op het terrein”. Deze maatregel dwingt ouders om zich voor elk vermoeden van koemelkeiwitallergie tot een specialist te wenden, terwijl wij als huisarts daar perfect competent in zijn,” stelt ze.
De vrees leeft dat ouders zullen uitwijken naar alternatieven zoals rijst-, soja- of geitenmelk, die wél vrij verkrijgbaar zijn, maar medisch gezien niet altijd de voorkeur verdienen. Tegelijkertijd zullen kinderartsen onnodig worden belast met consultaties voor aandoeningen die perfect door huisartsen kunnen worden opgevolgd.
Naast de organisatorische bezwaren zijn er ook economische overwegingen. De maatregel dreigt de gezondheidszorg duurder te maken door de extra consultaties bij specialisten, terwijl huisartsen – die nu worden uitgesloten – vaak een eerste en betrouwbare schakel vormen in de zorgketen rond jonge kinderen. “Het is tijd dat minister Vandenbroucke vertrouwen toont in de medische expertise van huisartsen,” aldus dr. Bonnelance. “Wij verwijzen waar nodig, maar kunnen deze diagnose en opvolging doorgaans zelf correct stellen.”
Aan Vlaamse kant zit niet iedereen op dezelfde golflengte. “Het gaat om zeer dure voeding die ik toch eerder beschouw als te indiceren en te initiëren door een pediater,” zegt huisarts Stijn Geysenbergh. “Maar de diagnose van koemelkallergie kan wel perfect door de huisarts gesteld worden,” vult zijn collega Jos Vanhoof aan.
Elk jaar worden er ongeveer 4.800 kinderen geboren met een koemelkeiwitallergie. Het is een van de meest voorkomen voedingsallergieën bij baby's jonger dan 3 jaar. Voor alle duidelijkheid: het gaat om iets anders dan lactose-intolerantie. In de meeste gevallen is de aandoening tijdelijk van aard. Maar om zonder lastige symptomen de eerste jaren door te komen, is juiste, koemelkeiwitvrije voeding cruciaal.
Volgens de minister kan 70% van de baby's makkelijk behandeld worden met een doorgedreven eiwithydrolysaat. Als deze voeding niet zou volstaan - wat bij ongeveer 30% van de zuigelingen het geval is - bestaan er ook aminozuurpreparaten. Die worden al voor een deel terugbetaald.