"We moeten waarde terugbrengen naar de patiënt, maar ook naar de zorgverlener" (Gilbert Bejjani)

“De Brusselse afdeling mag niet worden herleid tot een oppositiekamer binnen de federale Bvas-Absym. Onze vereniging, die heel wat leden vertegenwoordigt, is een integraal onderdeel van het syndicaat,” zegt Gilbert Bejjani, in aanloop naar de verkiezing van de nieuwe voorzitter van Bvas. “We moeten de hervormingen van de nomenclatuur en de financiering ondersteunen, maar wél op een disruptieve manier. De efficiëntiewinsten moeten opnieuw in de gezondheidszorg worden geïnvesteerd.”

“We staan aan de vooravond van fundamentele hervormingen: die van de nomenclatuur en van de financiering van de zorg. Bovendien is een grondige hervorming nodig van het model van het zorgaanbod. De overgrote meerderheid van de patiënten lijdt aan chronische aandoeningen, en de kosten van behandelingen blijven stijgen. Tegelijkertijd kampen we met een dalend aantal zorgverleners en financiële middelen,” stelt dr. Bejjani, voorzitter van de Brusselse kamer ’Absym Bruxelles -Union des Médecins’.

“Vandaag reageert het systeem enkel op die druk door het volume van de prestaties op te drijven. Maar de nieuwe generatie artsen zal dat volume niet meer aanvaarden. De waarde moet terug naar de patiënt, maar ook naar de zorgverlener. Het is niet meer mogelijk om op dezelfde manier te blijven werken. We moeten nadenken over een nieuw systeem van zorgaanbod en van zorgverlening. Voor de meeste artsen geldt dat de waarde van hun werk instort. Kunnen we meer geld uitgeven om het systeem te hervormen? De minister van Volksgezondheid heeft daar nee op geantwoord. En hij heeft gelijk, want we kunnen de andere portefeuilles (onderwijs, pensioenen...) niet verkleinen. De enige oplossing is niet meer geld of meer artsen – al ben ik gekant tegen quota – maar wel het doorvoeren van hervormingen.”

Een democratisch vernieuwingsproces

Naar aanleiding van de voorzittersverkiezing bij Bvas op 24 mei, blikt Gilbert Bejjani terug op de syndicale werking van de voorbije jaren. “Men zegt altijd dat wij het grote syndicaat zijn dat alles heeft gewonnen. Maar we hebben ook veldslagen verloren. Ons syndicaat heeft door koppigheid 400 tot 500 miljoen verloren in de klinische biologie, een bedrag dat had kunnen worden doorgeschoven naar andere specialismen, in afwachting van de hervorming van de nomenclatuur. Ons syndicaat  heeft de beperking van de ereloonsupplementen slecht onderhandeld, in tweepersoonskamers, voor de Wigw’s en voor de medische beeldvorming. We hebben niet altijd een juiste lezing gehad van de politieke wereld en van de maatschappelijke vraag. Systematische oppositie zonder realistische voorstellen is niet het juiste model,” analyseert de anesthesist. “Met mijn aanpak breng ik een zekere vernieuwing, die mij niet altijd in dank wordt afgenomen. Het is niet gemakkelijk om disruptief te zijn.”

Daarnaast vindt dr. Bejjani dat de werking van Bvas onvoldoende respect toont voor de deelverenigingen die ze vormen. “De vier verenigingen die onder de federale BVAS vallen, leveren niet alleen leden aan het syndicaat, maar vooral ook de stemmen van hun achterban. Net zoals het Kartel is ons syndicaat samengesteld uit meerdere delen. Dat systeem, dat ogenschijnlijk gebaseerd is op samenwerking, is soms te directief. Het laat niet altijd ruimte voor debat. En laten we niet vergeten dat de federale subsidies (bijna een miljoen euro) enkel naar de federale entiteit gaan. De vzw’s die er deel van uitmaken, moeten rondkomen met lidgelden. In plaats van de standpunten op elkaar af te stemmen, wordt er te vaak onmiddellijk gestemd, wat het debat tussen de entiteiten beperkt. Het is de federale raad van bestuur die beslist, en er was de indruk dat de Franstalige aanwezigheid in het algemeen minder groot was, en dat de huisartsen sterker vertegenwoordigd waren,” aldus dr. Bejjani. “De Brusselse kamer voelt zich verwaarloosd. Dat moet absoluut worden rechtgezet en het algemeen belang van de arts moet opnieuw centraal staan. Maar dat probleem is deze legislatuur helemaal niet ter sprake gekomen.”

Gilbert Bejjani betreurt dat de meningen en voorstellen van de kamers onvoldoende in rekening worden gebracht. “In het huidige model kan een stemming van de raad van bestuur ingaan tegen het belang van een kamer. Een kamer kan het zwijgen worden opgelegd. Ik pleit voor meer inclusie en meer samenwerking tussen de kamervoorzitters vóór de stemmingen. Er is nood aan een democratische vernieuwing, en aan het feit dat ook de Brusselse kamer, na de andere kamers, een kandidaat mag voorstellen voor het voorzitterschap van de federale Bvas. Het is twintig jaar geleden dat Brussel nog een voorzitter leverde.”

“Mocht dat gebeuren, dan zou ik zeker de vernieuwing verdedigen, de herwaardering van de prestaties, maar ook van de wachtdiensten en de beschikbaarheid, dankzij meer efficiëntie en een betere integratie van nieuwe technologieën. We zullen ook de hervormingen van de nomenclatuur en de ziekenhuisfinanciering moeten begeleiden: complexe dossiers die veel expertise vergen. De uitdagingen zijn enorm,” benadrukt dr. Bejjani.

“Men mag niet vergeten dat achter elke voorzitter leden staan die hem steunen. We hebben ervoor gekozen om Bvas Brussel om te dopen tot ‘Unie van artsen’ omdat we vinden dat onze opdracht en rol erin bestaan om artsen te ondersteunen,” herinnert de voorzitter van de Brusselse kamer. “We hebben ook andere opdrachten, zoals de opleidingen en seminaries die we organiseren en die erg succesvol zijn. Het algemeen belang, voor iedereen, is en blijft dat artsen correct worden gewaardeerd en gelukkig zijn in hun werk, en dat het zorgsysteem ten goede komt aan de patiënt.”

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.