Zorgcentra na seksueel geweld genieten steeds meer bekendheid 

Premier Alexander De Croo heeft een werkbezoek gebracht aan het Antwerpse Zorgcentrum na Seksueel Geweld (ZSG), bij het UZA in Edegem. Ons land telt intussen zeven dergelijke centra en zij genieten steeds meer bekendheid bij zowel politie en de welzijnssector als het brede publiek.

Een Zorgcentrum na Seksueel Geweld wil slachtoffers van seksueel geweld een acute opvangplek bieden waar alle zorg, maar ook eventuele spoorafname en politionele opvolging verenigd is. Enerzijds is de zorg er gespecialiseerder dan wanneer een slachtoffer bijvoorbeeld enkel bij de politie of op de spoedafdeling van een ziekenhuis langsgaat, anderzijds kan ook de juridische afhandeling - als het slachtoffer dat wil - efficiënter verlopen.

"We zien dat het percentage slachtoffers dat uiteindelijk klacht indient, heel hoog is: meer dan 70 procent", zegt De Croo. "Dat is veel meer dan bij de klassieke aanpak. Hier komen twee à drie slachtoffers per dag terecht en zij verdienen natuurlijk ook gewoon een heel zorgzame, gespecialiseerde opvang."

De federale regering wil weldra tien ZSG's hebben in het hele land en tracht hen volgens De Croo ook meer bekendheid te geven, zodat nog meer slachtoffers er zich toe wenden. "We zetten hiermee een enorme stap vooruit in vergelijking met de situatie van vroeger", stelt hij. "We communiceren hier breed over, maar ook specifiek naar politie, ziekenhuizen, OCMW's, CLB's en andere plaatsen waar slachtoffers terechtkomen."

De meeste slachtoffers die nu bij een ZSG terechtkomen, komen daar nog via de politie. In de toekomst hopen ZSG's vaker het eerste aanspreekpunt te worden. "Je mag ook rechtstreeks naar een Zorgcentrum komen, het hangt ervan af wat je zelf wil", zegt Liesbet Stevens van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. "Als je bijvoorbeeld nog niet zeker weet of je klacht wil indienen, is het misschien beter om meteen naar hier te komen."

Vele minderjarigen

Het concrete doelpubliek bestaat uit slachtoffers die in de zeven dagen voordien te maken kregen met seksueel geweld zoals verkrachting of aanranding. "Maar ook andere slachtoffers die zitten met iets dat ze ooit hebben meegemaakt gaan hier natuurlijk warm worden opgevangen en verder geholpen", zegt Stevens. "Er is ook een belangrijk element van nazorg, er wordt ook na het eerste contact nog begeleiding voorzien. Wel is het niet zo dat slachtoffers hier maanden lang blijven terugkomen voor therapie bijvoorbeeld, daarvoor begeleiden we hen naar elders."

Opvallend is dat meer dan een derde van de slachtoffers die in een ZSG aankloppen minderjarig is. "Dat hadden we vooraf niet verwacht en we passen onze werking nu aan", stelt Stevens. "Er zitten zelfs slachtoffers van jonger dan dertien bij. Bij de allerjongste slachtoffers zijn de daders ook haast steeds bekenden en zelfs echt naasten. Het gebeurt ook dat slachtoffers meermaals terugkomen. Zeker als seksueel geweld op een jonge leeftijd begint, kan het ertoe leiden dat je in de toekomst opnieuw slachtoffer wordt."

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.