In zijn beleidsnota licht de minister een tipje van de sluier op voor tabaks- en alcoholbestrijding, maar ook voor de behandeling van verslaafden. Daarnaast wil hij het opioïdengebruik beter in de hand houden en moet eind 2021 de mist opklaren rond het beleid dat hij wil voeren tegen het gebruik van illegale drugs in detentie.
Vanaf eind 2021 zullen specifieke werkgroepen binnen de Algemene Cel Drugsbeleid een nationale lange-termijnstrategie uitwerken met heldere doelstellingen om de tabaksprevalentie te verminderen onder jongeren en de bevolking in het algemeen. Er wordt gestreefd naar een rookvrije generatie door roken steeds minder aantrekkelijk en toegankelijk te maken. Klinkt als een oud riedeltje, net als de remedie: de verhoging van de tabaksaccijnzen.
Nieuw is wel een geplande aanpassing van de wetgeving over e-sigaretten. Die wordt verwacht in 2022. De invoering van gecombineerde gezondheidswaarschuwingen voor andere tabaksproducten dan sigaretten, roltabak en waterpijptabak, al dan niet in combinatie met de gestandaardiseerde verpakking, is mogelijk, klinkt het wat vrijblijvend. Wetgeving rond nieuwe producten die als substituut voor tabaksproducten worden aangeboden, staat eveneens gepland. Net als een strategie rond alcoholgebruik en gokken.
Wat de zorg voor patiënten met een middelenverslavingsproblematiek betreft, zal het project “zorg voor patiënten met een alcoholproblematiek” in 7 nieuwe ziekenhuizen uitgevoerd en opgevolgd worden. Nu loopt dit project al in acht ziekenhuizen: het startte in 2009 in het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel. Vanaf 2013 werd het project, op basis van de positieve resultaten uitgebreid naar andere ziekenhuizen: C.H.R. Citadelle in Luik in 2013; AZ Groeninge in Kortrijk en C.S.F. in Chimay in 2014). In 2016 was er opnieuw een uitbreiding naar vier bijkomende ziekenhuizen (UZ Gent, Ziekenhuis Oost-Limburg, Centre Hospitalier Jolimont, Hôpital de Marche-en-Famenne).
De acht ziekenhuizen waar het project al werd ingevoerd, kunnen blijven rekenen op de algemene coördinatie en het behoud van de financiering van een klinische projectleider (0,1 voltijdsequivalent) om de nodige continuïteit te waarborgen en de duurzaamheid ervan verder te versterken. Ook de projecten die ontwikkeld werden in de schoot van het expertenplatform BelPEP en het “Communicatieplan psychofarmaca 2021-2023” zullen verdergezet en opgevolgd worden.
Minister Vandenbroucke stelt ook maatregelen in het vooruitzicht om opioïden beter te gebruiken, in overleg met gemeenschappen en gewesten.
Eind 2021 zal het onderzoek afgerond zijn rond het gebruik van illegale drugs tijdens detentie. Op basis van de resultaten zullen deze projecten verder worden uitgerold.