Door het tijdelijke tekort aan technetium-99m, een belangrijke stof voor diagnostische onderzoeken, krijgt de dienst nucleaire geneeskunde van UZ Leuven nog slechts de helft van de hoeveelheid die het normaal gezien geleverd krijgt. "Voor een paar weken is dat nog acceptabel voor bepaalde aandoeningen, maar het mag zeker niet langer duren", zegt Koen Van Laere, professor en diensthoofd van nucleaire geneeskunde aan UZ Leuven.
Door een technisch probleem ligt de hogefluxreactor (HFR) in Petten in Noord-Nederland tijdelijk stil. De reactor is één van de zes wereldwijd die vanuit moederisotoop molybdeen technetiumgeneratoren produceren. Alle ziekenhuizen met een dienst nucleaire geneeskunde, zoals UZ Leuven, verwerken het technetium ter plaatse verder tot de benodigd e radioactieve speurstof - of radiofarmacon in het vakjargon.
Op dit moment zijn twee van de andere vier reactoren in Europa, in Mol en in Polen, in gepland onderhoud, en ligt de productie daar dus ook stil. Normaal gezien worden de onderhoudsbeurten op elkaar afgestemd, maar omdat het heropstartprobleem bij de bij de reactor in Petten onverwacht optrad, is er momenteel een tekort aan technetium, vooral in Europa.
"Het probleem doet zich sinds een goede week à tien dagen voor", vertelt Van Laere. "In België zijn er twee leveranciers, waarvan er een voornamelijk samenwerkt met de reactor in Petten. Bij UZ Leuven werken we ook wekelijks afwisselend met de andere leverancier, waardoor we nog de helft van de normale hoeveelheid generator activiteit geleverd krijgen. De meeste onderzoeken kunnen doorgaan, maar we bekijken wel welke prioriteit krijgen. Sommige ziekenhuizen krijgen op dit moment echter zeer weinig product, waardoor er onderzoeken zullen uitgesteld moeten worden."
Technetium-99m is een onmisbare stof in de nucleaire geneeskunde. 40 à 50 procent van alle nucleaire diagnostische onderzoeken in UZ Leuven gebeurt met technetium. In ziekenhuizen waar geen PET-scan voorhanden is, kan dat percentage nog een pak hoger liggen. Het gaat dan bijvoorbeeld om botscans om uitzaaiingen van sommige kankers op te sporen, klieren aan te tonen alvorens een operatie kan verricht worden bij bijvoorbeeld borsttumoren, of sportletsels te onderzoeken. Maar ook longaandoeningen, hartproblemen en hersenaandoeningen worden gediagnosticeerd met behulp van technetium.
Volgens de huidige prognose zou het tekort tegen midden november opgelost moeten zijn. "Daar hopen we alleszins op. Een paar weken minder technetium geleverd krijgen, is nog acceptabel voor sommige aandoeningen, maar het mag zeker niet te lang duren", zegt Van Laere. "Een patiënt die een kankerbehandeling moet krijgen, kan je geen twee maanden laten wachten op de juiste diagnose."
Als het tekort langer zou blijven aanslepen, moet er volgens Van Laere bekeken worden of de productie in de reactoren in Zuid-Afrika en Australië, waar de niet-Europese reactoren zich bevinden, kan verhoogd worden. Een andere optie is om minder te gaan werken met technetium, en meer op PET-scans in te zetten. Technisch kan dat voor vele van de onderzoeken die op technetium gebaseerd zijn, maar op korte termijn is dat niet evident om te implementeren, laat de professor weten.