Virtuele realiteit leidt mogelijk tot revolutie in de gedragstherapie

De virtuele realiteit doet hoe langer hoe vaker haar intrede in de klinische praktijk. Dat is het gevolg van de toevloed van onderzoek en klinische studies terzake. Zo heeft de virtuele realiteit inmiddels een plaats in de pijnkliniek, bij het levenseinde en in de fysieke geneeskunde. En in de psychiatrie.

Een artikel dat op 8 februari gepubliceerd werd in The Lancet gaat in op het gebruik van virtuele realiteit in het domein van de volwassenenpsychiatrie. Nederlandse onderzoeksteams van de Vrije Universiteit Amsterdam, het UMCG Universitair Centrum Psychiatrie en de universiteit van Delft bogen zich over het nut van gedragstherapie op basis van virtuele realiteit bij patiënten met psychotische stoornissen. De studie werd uitgevoerd met een eenvoudige, gecontroleerde blinde methodologie: de eerste groep patiënten kreeg ‘normale’ gedragstherapie, de tweede groep kreeg gedragstherapie met virtuele realiteit.

Patiënten met een behandeling met behulp van virtuele realiteit kregen zestien therapeutische sessies. Daarbij konden ze zich virtueel in vier verschillende sociale situaties bevinden: op straat, in de bus, een café en een supermarkt. Ze konden zelf hun avatar besturen en hun geslacht en origine bepalen om beter te interageren met personages die gecreëerd werden door de therapeuten. Bij de simulaties werden de patiënten geconfronteerd met situaties waarin ze blootgesteld werden aan angst en paranoia. Ten slotte discussieerden de patiënten tijdens de sessies met therapeuten om te peilen naar zelfmoordgedachten in virtuele situaties. De primaire criteria van de studie waren sociale participatie (de hoeveelheid tijd die men doorbrengt met anderen, tijdelijke paranoia, de perceptie van sociale bedreiging en tijdelijke angst.

Een vergelijkende analyse met de controlegroep toont een statistisch significante daling aan van paranoïde- en angstgedachten die de patiënten die behandeld werden met virtuele realiteit ervaren in experimentele situaties. De verbetering van de klinische presentatie van de psychotische stoornissen bleef behouden gedurende de zes maanden follow-up en ook op middellange termijn waren de resultaten positief. Maar de effecten van de virtuele realiteit leidden niet tot verbeteringen op het vlak van sociale participatie.

De auteurs van de publicatie raden aan om de impact van de toevoeging van virtuele realiteit aan de therapie te evalueren in vergelijking met de standaardtherapie. Maar de technologie opent de deur naar ad-hoc behandelingen op maat van de patiënt en heeft zeker een plaats in de geneeskunde van morgen.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.