Zelfstandige preventie-artsen: recht op beschermingsvergoeding (ASGB/Kartel)

Nu minister Vandenbrocuke de betaling van de tweede schijf van de COVID-beschermingsvergoeding aangekondigd heeft, blijkt dat sommige artsen opnieuw gediscrimineerd zullen worden op dat vlak. Het gaat om artsen die op ‘zelfstandige basis’ werken als bv. arts voor Kind & Gezin, CLB-arts, arbeidsarts, enz.

Op de COVID-beschermingsvergoeding hebben, aldus het KB dat de wettelijke basis ervoor vormt, enkel die artsen recht “die zijn opgenomen in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging”. Wanneer de vermelde artsen hun preventie-activiteiten niet combineren met een privépraktijk, meent het Riziv hen geen beschermingsvergoeding te moeten betalen, omdat er geen prestaties binnen de ZIV-wet van 1994 zijn.

Vreemd

"Dat uitgangspunt leidt echter tot vreemde en onterechte gevolgen voor de zelfstandige preventie-artsen", meent het syndicaat. "Niet alleen doen zij prestaties die even veel waardering verdienen als prestaties binnen de ziekteverzekering, zij worden tijdens de uitoefening van hun functie ook aan dezelfde risico’s blootgesteld als andere artsen."

"Bovendien kan het toch niet de bedoeling zijn dat de defederalisering van de preventieve gezondheidszorg het perverse gevolg zou hebben dat deze artsen uitgesloten worden van vergoedingen die alle andere artsen wel ontvangen?"

ASGB/Kartel heeft dit al aangekaart bij de Vlaamse overheid en streeft naar een oplossing, aldus algemeen voorzitter Reinier Hueting en de voorzitter van de huisartsenvleugel Michel Creemers.

 

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.