Vereniging WGC: “Enige duiding bij de cijfers is op zijn plaats”

Er is de laatste dagen heel wat gezegd en geschreven over de audit rond de forfaitair werkende praktijken. Conclusies die men trok betroffen vooral het relatief lage aantal patiënten per voltijds werkende huisarts en de overfinanciering van “vele” forfaitair werkende praktijken. Medi-Sfeer beluisterde het standpunt van de Vereniging van Wijkgezondheidscentra (VWGC).

De audit wees op een gemiddelde van 673 patiënten per voltijds werkende huisarts. “Huisartsgeneeskunde als hangmat”, noemde Bvas het in een communiqué. “Deze audit maakt jammer genoeg geen echt vergelijkende studie met de prestatiegeneeskunde”, zegt VWGC-directeur Koen De Maeseneir. “De forfaitair werkende praktijken hebben een vrij helder beeld van het aantal patiënten per arts, omdat onze patiënten stuk per stuk ingeschreven zijn. In de prestatiegeneeskunde liggen de kaarten anders: als je alle patiënten in per prestatie werkende praktijken optelt, kom soms tot een totaal dat hoger ligt dan het aantal inwoners in de betrokken regio. Dat komt omdat sommige patiënten in een bepaalde periode meer dan één huisarts raadplegen.”

“Bovendien is onze artsenpopulatie gemiddeld vrouwelijker en jonger dan die van de prestatiegeneeskunde. Als je in de prestatiegeneeskunde zou gaan peilen in een even jonge en vrouwelijke populatie, zou je over het aantal patiënten per arts waarschijnlijk een cijfer krijgen dat veel dichter bij het onze aanleunt. In de prestatiegeneeskunde worden de cijfers sterk bepaald door de groep artsen ouder dan 50 jaar, die vaak indrukwekkend veel patiënten per arts hebben. Het zou interessant geweest zijn een vergelijking te maken tussen prestatiegebonden en forfaitair werkende praktijken aan de hand van dezelfde parameters.”

Overfinanciering?

Over de kwestie van de overfinanciering zegt Koen De Maeseneir: “Ik wil niet te technisch worden, maar je moet kijken wat men verrekent in de kostprijs per patiënt. Als je kosten zoals het loon van het onthaalpersoneel verrekent, dan verdwijnt die overfinanciering. En als je de rekening van de wijkgezondheidscentra globaal bekijkt, dan zie je dat ze geen gigantische financiële overschotten hebben. De studie van KPMG toont overigens ook aan dat 88% van de beschikbare middelen worden besteed aan personeelsuitgaven, voor zorgverstrekkers en direct omkaderend personeel. Er wordt dus geen geld besteed aan luxe-uitgaven. Er worden in de pers helaas uitspraken gedaan op basis van een gedeelte van het rapport, dat men dat nog niet eens aandachtig gelezen heeft. Het rapport zelf is trouwens niet altijd even duidelijk over de berekeningen die er gemaakt zijn om tot de voorliggende resultaten en conclusies te komen.”

Gebrek aan transparantie?

“Ook de transparantie laat soms te wensen over. Medische huizen houden nauwelijks gegevens bij over de patiënten die zich uitschrijven uit het systeem. Gevolg: de centra ontvangen forfaits voor patiënten die eigenlijk niet meer langskomen, maar niets hebben laten weten”, meldt een Belga-bericht.

“Als een patiënt enige tijd niet komt opdagen, zijn er twee mogelijkheden”, aldus Koen De Maeseneir. “Ofwel heeft hij geen zorg nodig, ofwel heeft hij de overstap gemaakt naar een per prestatie werkende praktijk, maar heeft hij de forfaitair werkende praktijk niets laten weten. We hebben momenteel geen instrumenten om personen die in de tweede situatie zitten, te detecteren. Heel wat centra schrijven jaarlijks patiënten aan om hierover meer duidelijkheid te krijgen. We zijn zeker voorstander van een gestandaardiseerd systeem om deze situaties te behandelen. We hadden daarvoor de audit niet nodig, want we weten dit al enige tijd. Op de Commissie Forfait wordt er gewerkt aan een oplossing hiervoor. Er zal binnen het Riziv ook een werkgroep worden opgericht om een aantal verbeterpunten in verband met forfaitair werkende praktijken te bekijken. Wij gaan daar vanuit de VWGC constructief aan meewerken.”

“Merk op dat het aantal patiënten in transit tussen de forfaitaire en de prestatiegebonden geneeskunde marginaal is. Het gaat werkelijk om zeer kleine aantallen. De situatie van een patiënt wordt vaak heel snel uitgeklaard, omdat onze patiënten een hoge zorgnood hebben. Als ze een wijkgezondheidscentrum verlaten, worden er dus doorgaans bij het ziekenfonds al heel snel prestaties geattesteerd vanuit de prestatiegeneeskunde. Wij factureren maandelijks bij de ziekenfondsen. Als men merkt dat een patiënt de prestatiegeneeskunde bezocht heeft, krijgen wij een signaal en een correctie op onze factuur. Maar we willen zeker meewerken aan een systeem om ook die patiënten te vinden die niet meer bij hun oorspronkelijke wijkgezondheidscentrum wensen te blijven, en toch niet meteen zorg nodig hebben in het prestatiegebonden systeem. Hoewel de aantallen, zoals reeds gezegd, klein zijn.”

Tot slot…?

Nog een laatste reflectie naar aanleiding van de audit? “Het moratorium is voor sommige mensen een aanleiding geweest om te denken: daar gaat misschien toch allerlei mis. Nu het moratorium opgeheven is, hopen we dat we die bladzijde snel kunnen omslaan. We hopen nu dat we met de overheid zullen kunnen samenwerken om de forfaitaire geneeskunde verder te ontwikkelen. We zijn voorstander van een vrije keuze. Patiënten moeten vrij kunnen kiezen in welk systeem van gezondheidszorg ze instappen. Het forfaitaire systeem is nog beperkt in aanbod in België en zeker in Vlaanderen. We hopen dat er in de toekomst een verdere spreiding komt van wijkgezondheidscentra, zodat patiënten effectief de vrije keuze hebben. Naar aanleiding van de hele situatie van de laatste maanden heeft minister De Block zelf gezegd dat er plaats is in ons zorglandschap voor verschillende systemen. Wij hopen dus dat we nu verder kunnen werken in het belang van onze patiënten.”

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.