‘Gebuisde Sumehr’ – Domus antwoordt

Onlangs verspreidde Huisartsenkoepel Waasland een communiqué waarin het standpunt werd beargumenteerd dat de Sumehr in zijn huidige vorm niet werkbaar is (zie Medi-Sfeer nr. 507 en onze nieuwsbrief van 11 februari). De koepel kwam tot deze conclusie aan de hand van een bevraging bij zijn leden. Op de kringopleiding eHealth van Domus Medica (20 februari) besprak dr. Herwig Van Pottelbergh de argumenten van de Waaslandse collega’s.

Mensen reageren vaak op verandering vanuit een angstgevoel”, weet dr. Van Pottelbergh. “Dat is te begrijpen. Het is belangrijk dat ze goed geïnformeerd zijn over de implicaties van een nieuw systeem. De collega’s moeten dit voor ogen houden: wat gemakkelijk is, is vaak eerst moeilijk geweest. Wat moeilijk is, kan dus gemakkelijk worden.”

Het communiqué beklaagde zich over de tijdsinvestering die het opladen van een Sumehr vergt. Is het echt een tijdrovende bezigheid?

Herwig Van Pottelbergh: “Als men goed geregistreerd heeft en het dossier in orde is, laadt men een Sumehr op in drie muisklikken. Als het dossier niet in orde is, is men een stuk langer bezig. Maar het dossier in orde brengen is een eenmalige inspanning, waarvan in eerste instantie vooral de huisarts zelf de vruchten plukt. Als het dossier zorgvuldig bijgehouden wordt, verloopt het consult veel vlotter en efficiënter. Vanuit dat standpunt is de Sumehr maar een bijverschijnsel. De kern is een adequaat bijgewerkt dossier.

Waar men bij het opmaken van een Sumehr goed op moet letten, is het beheer van vertrouwelijke gegevens. Men kan aan de gegevens van de patiënt een confidentialiteitsniveau koppelen op twee manieren. Het kan in eerste instantie in het dossier. Maar bij sommige pakketten kan het ook via de Sumehr-editor. Men kan dan met behulp van de editor bepaalde gegevens – zoals een voormalige verslavingsproblematiek – uitvinken, zodat ze niet met de Sumehr meegaan. Een probleem is wel dat men de procedure met de editor bij elke nieuwe update van de Sumehr moet herhalen. Het risico bestaat dat men dat vroeg of laat vergeet en er vertrouwelijke gegevens met de Sumehr worden opgeladen. Daarom beveel ik aan de confidentialiteit te beheren in het dossier, en niet via de Sumehr-editor.

Sommige collega’s storen zich aan de ellenlange lijsten foutmeldingen die op het scherm verschijnen als men een Sumehr wil versturen. Wat moeten ze daarmee?

HVP: “Ik heb nagegaan wat er gebeurde als ik de Sumehr van gegevens over mezelf oplaadde. Ik kreeg 84 foutmeldingen te zien. Let wel: het waren warnings. Men moet het onderscheid maken tussen warnings en errors. Warnings mag men eigenlijk gewoon negeren. Ze verwijzen naar gegevens waaraan één of andere ‘prul’ ontbreekt, zoals een einddatum. Men kan het programma trouwens met een eenvoudige klik op de juiste knop vragen om de warnings niet meer te tonen. Errors zijn wel belangrijk. Hier kan het bijvoorbeeld gaan om het ontbreken van het rijksregisternummer. Maar errors zijn zeldzaam.

Ook coderen blijkt een obstakel te zijn bij het hanteren van de Sumehr…

HVP: “Coderen is niet vereist voor het opmaken van een Sumehr. Er wordt immers ook vrije tekst in opgenomen. Wil men ‘suikerziekte’ schrijven in plaats van een term uit een coderingssysteem, dan kan dat. Maar coderen is uiteraard belangrijk. Andermaal niet in eerste instantie voor de Sumehr, maar voor het eigen functioneren als arts. Aan de hand van oordeelkundig gecodeerde gegevens kan het EMD de arts immers ondersteuning bieden, bijvoorbeeld voor het bewaken van medicatie: als men wil dat het EMD een waarschuwing formuleert op het ogenblik dat men een geneesmiddel voorschrijft waarvoor er bij de betrokken patiënt een contra-indicatie bestaat, dan moet het systeem over een gecodeerde diagnose beschikken. Als men niet codeert, is men eigenlijk langs digitale weg een papieren dossier aan het samenstellen.

Een probleem is wel dat er geen gebruiksvriendelijk systeem voorhanden is om coderingen op te zoeken. We zouden moeten kunnen beschikken over een soort Google-balk, waarin zich een menu van mogelijkheden ontrolt als we een term invoeren. Dat wordt momenteel ontwikkeld. Je moet natuurlijk ook een adequaat coderingssysteem gebruiken. ICPC, bijvoorbeeld, is een classificatie die ontwikkeld is voor onderzoeksdoeleinden, niet voor registratie in een EMD. Het biedt niet de mogelijkheid om op een voldoende gedifferentieerde manier diagnosen aan te geven. Dan kan men beter ICD-9 of ICD-10 gebruiken. Ik wil hier nog aan toevoegen dat de Sumehr momenteel nog vrije tekst meeneemt, maar dat dit in de toekomst zal veranderen: het gebruik van gecodeerde gegevens zal hier dus obligaat worden.

Er bestaat enige vrees dat de huidige coderingssystemen zullen worden vervangen door een nieuw systeem (Snomed), zodat sommige collega’s het gevoel hebben dat ze nu bij het coderen hun tijd zitten te verliezen.

HVP: “Snomed is nog niet voor meteen. En als Snomed er komt, zal het systeem in ieder geval via mapping geïntegreerd worden. Dat betekent dat de conversie van de ene codering naar de andere automatisch gebeurt op de achtergrond, waardoor de gebruiker er niets van merkt.”

Krijgen artsen te weinig geld voor hun werk met de Sumehr?

HVP: “Vijf euro voor een Sumehr, zoals dat in het medicomut-akkoord 2015 staat, is weinig. Maar moeten de huisartsen daarom weigeren in de boot te stappen? Ik ben voorstander van een andere strategie. Ik geloof steevast in de belangrijke rol van de huisarts als partner in de gezondheidszorg. En in het belang van de Sumehr – het is het chassis van de gezondheidszorg. Het is onze taak als huisartsen om andere betrokken partijen duidelijk te maken dat de Sumehr niet meer gemist kan worden. Als we dat aangetoond hebben, beschikken we over een krachtige troef in de verdere onderhandelingen. Laten we de onderhandelingen dus niet nu voeren, maar later – als er 3 miljoen Sumehr’s zijn.

De verantwoordelijkheid over de gecommuniceerde informatie is een thema dat steeds terugkomt in debatten rond de Sumehr. Terecht?

HVP: “De Sumehr plaatst de betrokken partijen voor een gedeelde verantwoordelijkheid. De huisarts moet de Sumehr zo volledig mogelijk opstellen. Maar als een anesthesist zich uitsluitend op die informatie baseert en de patiënt niet onderzoekt, dan is hij verantwoordelijk voor gebeurlijke incidenten bij het uitvoeren van de anesthesie. Het gebruik van elektronische documenten heeft niets veranderd aan de verantwoordelijkheid. Die bestond ook al ten tijde van de communicatie op papier. Het enige verschil is dat gegevens beter traceerbaar zijn met het elektronische systeem.”

Als men een Sumehr raadpleegt, moet men uiteraard naar de datum kijken. Het spreekt vanzelf dat gegevens uit een Sumehr van twee jaar geleden achterhaald kunnen zijn. Maar in een situatie van niet-geplande zorg is men als geraadpleegde arts toch beter af met onvolledige informatie dan zonder informatie. Het is de plicht van de geraadpleegde arts om de informatie uit de Sumehr bij de patiënt af te toetsen.”

En ten slotte: krijgen artsen te weinig steun bij het gebruik van het EMD en eHealth?

HVP: “Ze krijgen inderdaad te weinig steun, daar ben ik het volledig mee eens. Er moeten veel meer opleidingen komen om het gebruik van de bestaande instrumenten aan te leren. Hier is een belangrijke taak voor de kringen weggelegd. Kringen moeten nadenken over een opzetten van een degelijk aanbod op dit vlak. Oefensessies zijn veel doeltreffender dan lessen ex cathedra. Artsen moeten het gebruik van hun pakket in de vingers krijgen.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.