Alzheimer: Leuvens onderzoeker begiftigd met hoop én miljoenensteun

De voorbije weken klonk het bij farmaceutische bedrijven alsof we wel nooit een middel tegen de ziekte van Alzheimer zullen hebben. Leuvens onderzoeker Bart De Strooper veegt die moedeloosheid van tafel met een flinke dosis optimisme en een eigen onderzoeksproject. Dat doet hij vandaag in De Tijd.

Of hoe twee middens op een extreem verschillende manier naar een gegeven kunnen kijken. Enkele grote farmaceutische bedrijven kondigden onlangs aan dat ze hun onderzoek naar een behandeling tegen de ziekte van Alzheimer staakten, omdat het niets oplevert. Gezaghebbend onderzoeker Bart De Strooper (KULeuven en Vlaams Instituut voor Biotechnologie) is hoopvoller dan ooit dat er weldra een oplossing in zicht komt.

Prof. De Strooper ontwikkelde een antilichaam dat moet worden toegediend vóór de ziekte klinisch zichtbaar wordt. De behandeling zou lopen over een termijn van tien tot vijftien jaar.

Het jonge Amerikaanse biotechbedrijf Denali Therapeutics heeft een licentie op het antilichaam genomen. Het haalde op de beurs 250 miljoen dollar op om de onderzoeksprojecten van de Leuvense onderzoeker te kunnen voortzetten.

Vorige week nam de FDA een beslissing die de drempel voor bedrijven lager plaatst. Tot nu toe keurde de Amerikaanse gezondheidsoverheid een middel tegen de ziekte van Alzheimer alleen goed als bewezen was dat de patiënten er op cognitief vlak beter van werden. De nieuwe reglementering aanvaardt een geneesmiddel als men het effect ervan op één of meerdere relevante biologische merkers kan aantonen. Bart De Strooper denkt dat de eerste patiënten over drie à vier jaar met nieuwe geneesmiddelen zullen kunnen worden behandeld.

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.