Er zijn geen wachttijden meer voor gezinnen die via het Groeipakket, de opvolger van de oude kinderbijslag, een zorgtoeslag aanvragen. Vorige zomer waren er meer dan 20.000 dossiers met een achterstand, maar die zijn nu allemaal weggewerkt. Dat meldt Vlaams minister van Welzijn en Gezin Hilde Crevits (CD&V).
Het Groeipakket is er voor elk kind, maar kinderen met een aandoening, beperking of handicap kunnen een zorgtoeslag krijgen. Die moet hun gezin de mogelijkheid bieden de kosten die hun specifieke situatie vraagt beter af te dekken. Terwijl er in 2019 nog zowat 38.000 kinderen recht hadden op een zorgtoeslag, zijn dat er vandaag ongeveer 46.000.
Door dat groeiende aantal aanvragen (maandelijks meer dan 2.500) moesten ouders soms lang wachten op de beoordeling van hun aanvraag. Maar de achterstand van 20.000 dossiers van vorige zomer is nu helemaal weggewerkt, zegt minister Crevits. Samen met het agentschap Opgroeien is onder meer ingezet op een vereenvoudigde procedure om dossiers te behandelen, meer digitalisering, de inzet van interne artsen en de uitbreiding van het aantal evaluerende artsen.
Dat heeft ervoor gezorgd dat ouders nadat ze al hun stukken hebben aangeleverd, zoals het advies van een behandelende arts, nu binnen de twee tot vier maanden hun dossier afgehandeld zien door Opgroeien.
Minister Crevits wijst erop dat de efficiëntere werking ruimte biedt voor verbeteringen. "We zien dat we wel de kinderen met een handicap bereiken, maar stellen we ook vast dat veel mensen niet weten dat ook kinderen met tijdelijke aandoeningen recht kunnen hebben op een zorgtoeslag. Via het Groeipakket willen we ook die gezinnen die worstelen met tijdelijke aandoeningen, zoals eetstoornissen, extra ondersteunen."