Riziv veroordeelt arts tot stevige boete

Het Riziv veroordeelde een huisarts onlangs wegens niet-uitgevoerde prestaties nadat zijn verweer werd afgewezen. Ruim 100.000 euro moest hij terugbetalen. In dat bedrag zit het onterecht geïnde geld plus een stevige administratieve boete.

Twee keer werden de arts ‘niet-uitgevoerde verstrekkingen’ ten laste gelegd waarbij hij nochtans wel reglementaire documenten opstelde of liet opstellen, afleveren of liet afleveren die de terugbetaling mogelijk maakten. In een proces-verbaal van 11 mei 2022 werden die feiten opgenomen.

Intrinsieke ernst

De argumentatie van leidend Riziv-ambtenaar, dr. Phiip Tavernier, luidt onder meer dat een zorgverlener altijd zelf verantwoordelijk blijft voor de correcte aanrekening van de verstrekkingen. “Gelet op het beperkte budget van de ziekteverzekering is elke zorgverlener er zelf mee verantwoordelijk voor dat dit correct wordt aangewend. Misbruiken ten voordele van een bepaalde zorgverlener, ongeacht welke diens motieven zijn, dienen streng te worden bestraft.”

“Bij het bepalen van de hoogte van de sanctie wordt rekening gehouden met de intrinsieke ernst van de feiten, namelijk het aanrekenen van niet-uitgevoerde verstrekkingen en de financiële repercussie (68.832,80 euro) op het stelsel van de verplichte ziekteverzekering. Het bedrag werd intussen volledig terugbetaald.”

De feiten zijn dus bewezen en de dokter in kwestie kwam met het volledige bedrag dat hij onterecht uitbetaald kreeg, over de brug. Maar daarmee is de kous nog niet af want hij overtrad de wet wat hem dus blootstelt aan een fikse boete. Daartegen ging hij in het verweer. 

‘Geen kwade trouw’

In zijn verweer verschool de arts zich achter het argument dat ‘kwade trouw en enig bedrieglijk opzet van zijn kant afwezig waren’ wat dus geen administratieve geldboete zou inhouden. Maar het Riziv had daar geen oren naar: “Bedrieglijk opzet is niet vereist. Goede trouw en/of de onwetendheid van een zorgverlener sluit de toepassing van de wet niet uit”, klinkt het. 

“De inbreuken op de bepalingen van de nomenclatuur zijn zogenaamd technische inbreuken”, licht het Riziv nog toe. “Het bewijs wordt geleverd op grond van de overtreding van het voorschrift zelf, met dien verstande evenwel dat de inbreuk niet kan worden toegerekend aan de betrokken zorgverlener wanneer overmacht, onoverwinnelijke dwaling of een andere schulduitsluitingsgrond wordt aangetoond, minstens niet ongeloofwaardig is.” Dat laatste kan door de betrokken arts “niet genoegzaam worden aangetoond.”

Inbreuken over heel Vlaanderen

Komt nog bij dat over een periode van bijna vier jaar prestaties voor een ziekenhuisbezoek werden aangerekend terwijl er, hetzij helemaal geen ziekenhuisbezoeken werden uitgevoerd, of dat de arts voor een deel van die tijd in het buitenland was.

“De inbreuk deed zich ook voor in ziekenhuizen over heel Vlaanderen. Bij bepaalde patiënten werden er wekelijks ten onrechte prestaties aangerekend en zelfs tijdens de Covid-19 periode. Het handelt niet om enkele geïsoleerde gevallen, maar wel degelijk om bewust foutief aanrekenen ten nadele van de verplichte ziekteverzekering”, oordeelt het Riziv. 

“De twee inbreuken zijn ernstig en kunnen niet getolereerd worden. Zij wijzen op een gebrek aan verantwoordelijkheidszin bij de aanrekening van de prestaties door een zorgverlener als medewerker aan een openbare dienst. Zij hebben een niet te verwaarlozen financiële impact tot gevolg ten nadele van de verplichte ziekteverzekering. Dus is een sanctie verantwoord ‘met het oog op een ontradend effect."

Besluit

Voor de twee inbreuken dringt zich een administratieve geldboete van 150% op, maar ‘gelet op de vrijwillige terugbetaling van het volledig bedrag (68.832,80 euro) en de afwezigheid van een recent antecedent bij deze arts, kan er evenwel een uitstel van 100% toegestaan worden”, klinkt het milderend. Concreet betekent dat dat de administratieve geldboete van 150% een bedrag van 103.249,20 euro inhoudt, maar daarvan is alleen 50% of 34.416,40 euro effectief en 100% of 68.832,80 euro met uitstel voor een termijn van drie jaar. 

Als de arts in die drie jaar niet meer buiten de lijntjes kleurt, wordt hem het stuk boete van 68.832,80 euro dus kwijtgescholden, maar 34.416,40 euro moet hij sowieso ophoesten en uiteraard ook het onterecht geïncasseerde bedrag van 68.832,80 euro dat hij al eerder terugstortte zoals gemeld.

> De volledige juridische argumentie en de uitspraak vindt u  hier terug.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Marc DE MEULEMEESTER

    11 maart 2024

    En die gasten spelen dan de vermoorde onschuld !
    Moesten voor pedo priester gestudeerd hebben en met een witte zakdoek gezwaaid hebben !