"Zodra coronaregels werden versoepeld, begonnen we elkaar weer te doden" (dr. Boxho)

De Luikse wetsdokter Philippe Boxho (55), voormalig ondervoorzitter van de Orde der Artsen, is al een dertigtal jaren actief als wetsdokter in Wallonië. Vorig jaar schreef hij ‘les morts ont la parole’ waar hij een inkijk geeft in de manier waarop wetsdokters werken. Nadien volgde ‘Entretien avec un cadavre’ waar dr. Boxho 17 oude rechtszaken heropent. Hij neemt de lezer mee achter de schermen van de forensische geneeskunde. Tegelijk werpt hij een scherpe blik op onze samenleving.

Boxho is niet de eerste de beste. Hij werkte onder meer mee aan spraakmakende onderzoeken naar seriemoordenaars als Michel Fourniret,

In "Interview met een lijk" is de werkelijkheid meer dan fictie. Diverse verhalen lijken te zijn geschreven door een romanschrijver vol fantasie. Maar dat is niet het geval. Philippe Boxo dook gewoon in de kelder van zijn archieven en verzamelde een vijftiental oude moorden. "De meeste van deze verhalen zijn meer dan 20 jaar oud. Alles is forensisch waar. Ik heb ze relatief goed onthouden. Ik heb de namen geanonimiseerd en bepaalde episodes geromantiseerd."  

Naarmate de verhalen zich ontvouwen, leren we dat forensische pathologen nauw samenwerken met magistraten, politieagenten en ballistische experts; dat zaken zelden worden opgelost door forensische geneeskunde alleen, in tegenstelling tot wat de televisieseries ons willen doen geloven; dat forensische pathologen geen asociale mensen zijn, verschanst in hun instituten; dat huishoudhandschoenen veel sterker en praktischer zijn dan chirurgische handschoenen voor het hanteren van een lijk...

In Humo van deze week laat de wetsdokter ook enkele interessante bevindingen noteren over de werkomstandigheden en zelfs hoe de coronacrisis daar een invloed op had: “Toen iedereen thuis moest blijven, viel ook het moorden stil. Enfin, toch in deze streek. We hebben amper autopsieën hoeven te doen.

Zodra de regels werden versoepeld en we weer wat vrijheid genoten, begonnen we elkaar weer te doden. In drie maanden tijd zaten we weer op het niveau van voor de pandemie. Overvallen, passionele moorden, afrekeningen, noem maar op. Alleen de inbraken met dodelijk geweld bij juweliers en banken zien we al een tijdje niet meer: gangsters wagen zich er niet meer aan omdat winkels en bankgebouwen veel te goed beveiligd zijn.”

Autopsietafels uit 1962

De situatie van de wetsdokters vandaag in ons land is financieel schrijnend: “In de jaren 2000 waren er 42 wetsdokters in België, nu nog een stuk of 20”, vertelt dr. Boxho. “Al mijn assistenten vertrekken omdat ze elders meer kunnen verdienen of omdat hun vrouw meer verdient dan zij. Forensische geneeskunde is bovendien zo veeleisend dat de combinatie met een gezinsleven nauwelijks mogelijk is.”

“Ik heb er ook genoeg van, eerlijk gezegd. We sukkelen voort met de middelen die we hebben.” De metalen autopsietafels waarmee dr. Boxho werkt, dateren van 1962. “Ik heb ze cadeau gekregen van een begrafenisondernemer. Als een machine defect raakt, weet ik niet hoe ik ze moet vervangen: er zijn gewoon geen centen voor. En van mijn eigen prestaties voor het gerecht wordt 15% gewoon nooit betaald door Justitie, vanwege de ingewikkelde administratie.”

“Eigenlijk kan ik dit alleen volhouden omdat ik als hoogleraar betaald word door de universiteit, en omdat ik met medische expertises wat geld in het laatje breng.” Koen Geens (CD&V), justitieminister tussen 2014 en 2020, moet het ontgelden: “Hij heeft zo fors bespaard dat we de boel bijna kunnen sluiten.”

Upgrade

Intussen gloort er wel een klein streepje licht aan de horizon. De dienst forensische geneeskunde van UZ Leuven is door Justitie enkele weken geleden erkend als eerste Forensisch Medisch Instituut (FMI) van het land. Op termijn moeten er vijf instituten komen, die het hele land afdekken.

De upgrade komt niets te vroeg. In ons land blijven elk jaar 75 moorden onder de radar en gaan de daders vrijuit. De Europese aanbeveling is om bij 10% van alle overlijdens een autopsie uit te voeren, in België blijft het bij 1 à 2 procent. Een gelijkaardige klacht liet dr. Wim Vandevoorde (Leuven) jaren geleden ook al noteren in De Specialist.

Boxho geeft in Humo een concreet voorbeeld van een huisarts die bij een moord verkeerd inschatte dat het slachtoffer tot zelfdoding was overgegaan omdat hij op het verkeerde been was gezet door de dader. Dankzij snel ingrijpen wordt duidelijk dat zelfmoord in dit geval technisch niet eens mogelijk was: er was maar één kogelgat, achteraan in de nek.

“Ik neem die huisarts niets kwalijk, een huisarts is daar niet voor opgeleid. Ze hadden beter een wetsdokter kunnen bellen, ja. Dan was die kerel nooit met die moord weggekomen. Zover zijn we gekomen: de perfecte misdaad bestaat in België alleen door het falen van de overheid.”

 

Wie met vragen zit rond zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via zelfmoord1813.be

Philippe Boxho, Entretien avec un cadavre, Kennes Editions, 19,90 €, ISBN: 9782380759051   

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.