Jacques De Toeuf: “KCE is niet onafhankelijk”

Bijna twee weken geleden drukte dr. Raf Mertens zijn bezorgdheid uit in de brede pers: de onafhankelijkheid van het KCE, waarvan hij tot nog toe directeur was, komt in het gedrang. Bij Bvas ligt men er niet wakker van: “Het KCE is nooit onafhankelijk geweest”.

Eén en ander heeft te maken met het voornemen van de overheid om een nieuw instituut op te richten vanuit de fusie van verschillende andere organen: naast het KCE zijn dat het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (Coda) en de Hoge Gezondheidsraad. De naam van de nieuwe koepel wordt ‘Sciensano’. Dr. Mertens heeft het niet begrepen op de raad van bestuur van Sciensano: “Die raad zal voor het grootste deel bestaan uit vertegenwoordigers van overheidsdiensten en -agentschappen die rechtstreeks aan een minister moeten rapporteren.”

 

Raad van bestuur nu al gekleurd

Jacques De Toeuf van Absym/Bvas relativeert en verwijst naar zijn collega Marc Moens, die in de raad van bestuur van het KCE zetelt: “In de raad van bestuur zitten nu al afgevaardigden van de regering en van de minister van Volksgezondheid. Plus enkele hoge ambtenaren die vroeger al eens aan een kabinet verbonden waren, en een parlementariër. Toegegeven, er zetelen ook artsen, vertegenwoordigers van ziekenhuizen, verpleegkundigen, enzovoort. Maar het is dus wel een structuur die sterk onder de invloed van de politiek staat.”

“Het KCE maakt rapporten op basis van literatuurstudie of van onderzoek dat wordt uitbesteed aan derden. Maar dikwijls kan men de conclusies al voorspellen aan de hand van de opdracht of de experts die eraan te pas komen. Soms komen studies over hetzelfde onderwerp tot volledig verschillende resultaten, zonder dat er iets veranderd is in de omgeving, de relevante technologie of de frequentie van de ziekte waarnaar men peilt.” Dr. De Toeuf denkt bijvoorbeeld aan twee studies over de PET-scan die werden uitgevoerd op een paar jaar tijd, maar in tegenstrijdige richtlijnen uitmondden.

Klankbord van de minister

De syndicalist geeft aan dat het KCE regelmatig experts raadpleegt, onder wie hijzelf of andere leden van Bvas. “Soms kunnen we ons helemaal niet vinden in de uiteindelijk gepubliceerde richtlijnen. De studies worden altijd met goede bedoelingen opgestart, om mensen en middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Maar opvallend is toch wel dat de conclusies soms verder gaan dan wat blijkt uit de verzamelde gegevens. Soms sluiten ze opmerkelijk nauw aan bij het actieplan dat de minister een paar weken daarvoor wereldkundig heeft gemaakt. Een vreemde vorm van kennisoverdracht…” Die ironische opmerking viseert onder andere de studie over de niet-planbare zorg.

“Let wel, ik denk niet dat die studies nutteloos zijn. Soms komen er zeer interessante bevindingen uit. Maar dat verhaal over het vrijwaren van onafhankelijkheid ten opzichte van politici, daar moet ik om lachen. Het KCE zal nooit onafhankelijk zijn, in de toekomst niet meer dan vroeger.”

Een aanvaardbare tactiek

Dr. De Toeuf merkt ten slotte op dat het hertekenen van structuren niet alleen het KCE of de gezondheidssector betreft. Ook elders probeert men openbare instellingen te groeperen of nauwer te doen samenwerken. “Dat stond zo in het regeerakkoord.” Door ‘redesign’ brengt men structuren samen in meer horizontale organigrammen, zodat beslissingen sneller kunnen genomen worden. “Op zich is dat niet storend. In de privésector is het zelfs heel gebruikelijk.”

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.