De cijfers zijn niet gunstig. Het tekort in 2025 is een stuk groter dan in 2024, en op langere termijn daalt het tekort niet echt terwijl de schuld verder oploopt. Zo luidt het scherpe oordeel van het Rekenhof over de begroting van de regering-De Wever. Volgens de budgettaire waakhond ontbreken essentiële gegevens in de meerjarenraming en zal Europa wellicht niet akkoord gaan met de terugverdieneffecten aan de ontvangstenzijde.
Het was eind vorige week al duidelijk dat het Rekenhof kritische bedenkingen heeft bij de begrotingsplannen die de arizonaregering heeft ingediend. Daarbij sprong vooral de kritiek op de terugverdieneffecten - goed voor een slordige 8 miljard euro deze legislatuur - in het oog. Bij de bespreking van zijn rapport maandag in de bevoegde Kamercommissie klonken d e cijferaars niet milder.
Volgens raadsheer Rudi Moens ontbreken in de oefening een aantal zaken die er eigenlijk wel hadden moeten instaan of die meer aandacht hadden verdiend. Zo betreurt het Rekenhof dat de begroting enkel naar Entiteit I kijkt en geen rekening houdt met de andere niveaus, en dat terwijl Europa naar het volledige plaatje kijkt. Ook de netto primaire uitgaven worden onderbelicht, terwijl dat net een cruciaal concept is geworden.
Defensie: 'troebel', gezondheidszorg: 'pover'
En er zijn ook "een aantal heel grote hiaten", aldus Moens. "De financiering van de Defensie-uitgaven blijft heel troebel. Er zij heel ingrijpende maatregelen in de pensioenen en de arbeidsmarkt, met effecten die ook na 2029 doorlopen, maar die bijven nog onderbelicht." Ook de communicatie rond gezondheidszorg blijft "heel pover" en er staat niets in over het Europees relancegeld.
Maar hoe betrouwbaar zijn de cijfers dan? Voor 2025 formuleert het Rekenhof een pak opmerkingen, maar zelf vindt Moens die "vrij traditioneel". "Je gaat me niet horen zeggen dat wat nu in de begroting 2025 staat, per definitie gaat ontsporen op basis van de vaststellingen die we gedaan hebben", aldus Moens. Maar de cijfers in de meerjarenbegroting zijn wel "een ander verhaal", ging de raadsheer voort. "Een belangrijk deel van de bedragen zijn niet of onvoldoende belicht." Vroeger waren die cijfers niet per se beter, maar werd er volgens Moens gewoon minder belang aan gehecht.
Bijsturingen nodig
De conclusie is wel "dat de cijfers niet gunstig zijn", luidde het. "Het tekort in 2025 is groter dan in 2024: het gaat van -2,8 naar -4 procent van het bbp. We weten dat Defensie daarvoor een belangrijke reden is, maar de cijfers zijn wat ze zijn. Nu is het Defensie, een paar jaar geleden was het covid, binnen twee jaar is het misschien weer iets anders. En wat de meerjarenbegroting betreft: het tekort daalt niet echt en de schuld loopt verder op." Moens geeft toe dat het zonder extra maatregelen erger zou zijn op het einde van de rit. "Maar dan ga je er wel van uit dat alle maatregelen uit de meerjarenbegroting worden gerealiseerd, en daar plaatst het Rekenhof net vragen bij." Moens gaat er dan ook van uit dat bijsturingen nodig zijn om het vooropgestelde traject te realiseren.
Wat de terugverdieneffecten betreft, raadt het Rekenhof aan die voortaan gewoon op nul te zetten. De regering gaat uit van 8 miljard euro aan terugverdieneffecten op een totale inspanning van 30 miljard euro. Maar "het is niet verstandig uit te gaan van een enorme som van 8 miljard euro." Moens noemt het onzeker dat Europa akkoord zal gaan met terugverdieneffecten aan de ontvangstenzijde. Bovendien zijn die effecten héél moeilijk te becijferen. "We zeggen niet dat er geen zullen zijn, maar het is heel moeilijk te zeggen of het 3 miljard, 4 miljard of 5 miljard zal zijn."