Volgens de jongste cijfers tellen twee op de drie Vlaamse gemeenten nog te weinig huisartsen. Wel is voor de telling van 2018-2019 voor het eerst het aantal knelpuntgemeenten en -wijken gedaald, aldus het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.

Dat biedt perspectieven. "We tellen nog zowat 195 prioritaire zone's met een veel te lage bezetting van huisartsen"  vertelt woordvoerder Joris Moonens (Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid). In een prioritaire gemeente zijn er minder dan 90 huisartsen per 100.000 inwoners of minder dan 125 in dunbevolktere gebieden. Moonens signaleert dat er licht is aan het einde van de tunnel want in 34 gemeenten is het aantal huisartsen gestegen én op peil volgens de jongste gegevens. 

Deze 30 gemeenten vormen nieuwe prioritaire zones: 

Deze 34 gemeenten zijn niet langer een prioritaire zone:

Dat neemt niet weg dat Vlaanderen nog steeds de grootste concentratie aan huisartsen ter wereld kent. Alleen is de spreiding zeer ongelijkmatig. Bovendien zet de vergrijzing druk op de workload, naast de organisatie in groepspraktijken en de vervrouwelijking.

In 2015 kozen van de 217 nieuwe erkende huisartsen 99 voor een opstartpremie (Impulseo I), in 2017 waren er op 282 nieuwe artsen al 205 die met de vestigingspremie aan de slag gingen.  

"Dat het aantal huisartsarme gemeentes afneemt, is bemoedigend", reageert Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen (CD&V). "We zien ook jaar na jaar een toename van het aantal huisartsen en huisartsen in opleiding." Toch zijn de cijfers verre van ideaal, stelt het Agentschap Zorg en Gezondheid. 

Minister Vandeurzen wil de impulseosystemen verder verfijnen. "De middelen voor die premies werden in 2018 nog verhoogd met 3,4 miljoen euro, zodat alle aanvragen ingewilligd kunnen worden", klinkt het. Het agentschap moet tegen eind volgend jaar de criteria van een prioritaire gemeente nog meer preciseren om te bepalen waar er echte huisartsentekorten zijn.

Uitbreiding met praktijkassistenten

Daarbij wordt gekeken naar de reële zorgbehoefte in de regio en naar de manier waarop huisartsen georganiseerd zijn. "Zo zouden we de vestigingspremie beter kunnen inzetten en de huidige ondersteuning kunnen uitbreiden met bijvoorbeeld praktijkassistenten en andere praktijkondersteuning. Dat past in de hervorming van de eerste lijn, waardoor huisartsen en zorgaanbieders beter gaan samenwerken", besluit woordvoerder Joris Moonens.

Eerder al maakte het Riziv bekend dat het aantal huisartsconsultaties  op vijf jaar tijd met 2,8 miljoen toenam. Het aantal huisbezoeken verminderde in diezelfde periode met ongeveer een half miljoen.