Forfaitair werkende praktijken: een voorstel om de kritiek te fnuiken

Enkele maanden geleden werd een werkgroep opgericht om het reilen en zeilen van de forfaitair werkende praktijken bij te schaven. Die werkgroep heeft minister De Block nu een nota voorgelegd. Denkpistes zijn geformuleerd om het reglementair kader te herzien, de financiering te verfijnen en meer transparantie te scheppen.

Eind januari overhandigde KPMG het rapport van de audit rond de forfaitair werkende praktijken. Minister De Block hief het moratorium op en verkondigde dat de forfaitaire geneeskunde een plaats heeft in de gezondheidszorg. Toch moest er één en ander bijgeschaafd worden. De audit had immers de vinger gelegd op een aantal punten die opheldering vergden.

Een werkgroep werd opgericht met vertegenwoordigers van de forfaitair werkende praktijken, verschillende zorgdisciplines en ziekenfondsen. Voorzitter was dr. Maaike Van Overloop, zelf werkzaam in een forfaitaire praktijk.

Na zes vergaderingen op het Riziv heeft de werkgroep een nota aangeleverd, die een aantal punten tegen het licht houdt. De focus ligt bij transparantie en een adequate financiering. De sector verbindt zich ertoe de voorgestelde maatregelen uit te werken zonder extra fondsen.

De nota stelt voor dat forfaitaire praktijken een eigen conventiecommissie zouden hebben, naar analogie van de medicomut voor artsen die per prestatie werken. Akkoorden zouden worden gesloten voor twee jaar.

Er wordt ook gepleit voor een meer aangepaste financiering. De huidige enveloppe moet worden herverdeeld, met meer geld voor centra met een zwaar zorgbehoevende populatie. Startende centra zouden een voorlopig bedrag krijgen, dat lager ligt dan nu.

Momenteel dienen forfaitair werkende praktijken bij het Riziv een jaarlijks activiteitenrapport in. Daar moet volgens de nota een financieel rapport bij komen, waarin de inkomsten en hun bestemming vermeld zijn. Dat geldt voor alle centra, ongeacht hun juridische vorm.

De praktijken moeten een werkzone omschrijven, die bepaalt welke inwoners zich mogen inschrijven met het oog op hun woonplaats. Ten slotte stelt de sector voor als pionier op te treden om de nieuwe accrediteringsnormen uit te testen, meer bepaald het opstellen van een individueel bijscholingsprogramma op maat van eigen noden.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.