Het wetsvoorstel van Open Vld om apothekers point-of-care testen (POCT) te laten afnemen en interpreteren, roept fundamentele vragen op bij artsen. Prof. Stan Politis, voorzitter van het VBS, verwoordt de bezorgdheid van het artsenkorps: "De apotheek is geen consultatieruimte, de apotheker geen clinicus."
Irina De Knop en haar partijgenoten Alexia Bertrand en Vincent Van Quickenborne willen het gebruik en de terugbetaling van point-of-care-testen (POCT) buiten het ziekenhuis regelen. Hun wetsvoorstel maakt het mogelijk om snelle diagnostische testen niet alleen in ziekenhuizen uit te voeren, maar ook bij huisartsen, in woonzorgcentra, en – opvallend – in de apotheek.
Het voorstel erkent terecht de meerwaarde van POCT voor de eerstelijnszorg. Snelle testresultaten, op het moment zelf, kunnen de patiëntenzorg versnellen en de toegang tot de zorg verbeteren. In ziekenhuizen zijn deze tests al ingeburgerd. Dat deze technologieën nu ook hun weg naar de extramurale zorg vinden, is logisch. Als de testen worden uitgevoerd door artsen, of door verpleegkundigen onder supervisie van een arts, is dezelfde kwaliteit gegarandeerd als in het ziekenhuis.
Voor prof. Stan Politis ligt het probleem bij artikel 4 van het wetsvoorstel, waarin de auteurs pleiten voor het toekennen van een nieuwe rol aan de officina-apotheker: die zou voortaan zonder voorschrift staalafnames mogen doen, testen uitvoeren én de resultaten interpreteren. Het gaat, zo blijkt uit de toelichting, om point-of-care testen die volgens de toekomstige nomenclatuur door apothekers mogen worden afgenomen en geïnterpreteerd.
Aflezen is niet interpreteren
Volgens Politis is artikel 4 een duidelijke overschrijding van de bevoegdheden van apothekers, waardoor de medische verantwoordelijkheid wordt uitgehold. “Aflezen is niet hetzelfde als interpreteren. Interpreteren zonder klinische context biedt geen meerwaarde voor de patiënt,” stelt hij scherp. Een thermometer kan een verhoogde temperatuur aangeven bij een kind, maar enkel een arts kan beoordelen of dat een onschuldig symptoom is of het begin van iets ernstiger. Een correcte medische interpretatie vereist context, ervaring en klinisch inzicht: elementen die fundamenteel thuishoren in een artsenpraktijk, niet in een apotheek.
De bezorgdheden van de VBS-voorzitter zijn niet theoretisch. In het wetsvoorstel lezen we letterlijk: “In een aantal gevallen zal onmiddellijk een volledige diagnose kunnen worden gesteld en een behandeling opgestart of een bestaande behandeling aangepast.” Dat is een gevaarlijke versmalling van het diagnostisch traject. Door testen los te koppelen van een medische evaluatie, wordt de tussenstap van ‘diagnose’ gedegradeerd tot een checkbox, met alle risico’s van dien.
Het rapport ‘Iedereen bijna ziek’ van de Nederlandse Raad voor Volksgezondheid en Samenleving waarschuwde onlangs nog: hoe toegankelijker diagnostiek wordt, hoe groter het risico op valspositieve en valsnegatieve resultaten. De keerzijde van die diagnose-expansie is een gedragscultuur die overconsumptie in de hand werkt, met financiële en maatschappelijke gevolgen die op termijn onhoudbaar zijn.
Commerciële bias in de zorg?
De uitbreiding van de apothekersbevoegdheden roept daarnaast ook ethische en deontologische bezwaren op. “De apotheek is en blijft een commerciële ruimte. Als de uitvoerder van een test ook tegelijk de verkoper is van medicatie of zelfzorgproducten, is het risico op belangenvermenging reëel.”
De huidige scheiding tussen voorschrijver en verstrekker – vastgelegd in artikel 34 van de medische deontologie – dient precies om die commerciële bias uit te sluiten. In een artsenpraktijk is de interpretatie van testresultaten losgekoppeld van verkoop. Die waarborg dreigt te verdwijnen als POCT wordt geïnstitutionaliseerd in apotheken.
Stan Politis benadrukt dat hij het wetsvoorstel in grote lijnen wel degelijk waardeert. De toegang tot snelle diagnostische testen uitbreiden naar huisartsen en verpleegkundigen, mits toezicht van een arts, is een logische stap vooruit. Wat hij vraagt, is eenvoudig: schrap artikel 4. Zonder de uitbreiding naar apothekers blijft het voorstel overeind, met behoud van kwaliteit, patiëntveiligheid en professionele taakverdeling.
Samenwerken binnen ieders expertise
In de zoektocht naar toegankelijke zorg mogen we niet vergeten waar klinische verantwoordelijkheid thuishoort, besluit de VBS-voorzitter. POCT heeft zijn plaats in de zorg, maar dan wel als verlengstuk van de artsenpraktijk, niet als commerciële tool op de toonbank van de apotheek. “Technologie mag zorg versnellen, maar niet vervangen. Laat ons samenwerken binnen ieders expertise, in plaats van bevoegdheden te verschuiven uit gemak of ideologie.”
> Het wetsvoorstel
Lees ook:
> "'Methode Vandenbroucke' berust op conflict en wantrouwen" (Irina De Knop)
> Artsen buitenspel? Vandenbroucke herlanceert het offensief rond eerstelijnsbevoegdheden
Laatste reacties
Jp SANSEN
22 mei 2025Het zijn 'robot'-toepassingen: de 'robot'-test geeft het resultaat, de diagnose, de behandeling.
Anthony Cornelissen
22 mei 2025Als ik de flaters van apothekers uit mijn praktijkverleden op een rijtje zie, dan houd ik mijn hart vast.
Schoenmaker blijf bij je leest zou ik zeggen.
Dit is niet de eerste keer dat apothekers op ons terrein doordringen, maar dit tart alle verbeelding!!!!
Tony