Worden huisbezoeken via wachtposten beperkt?

De kwestie van de nacht- en weekenddienst blijft vragen oproepen bij huisartsen. Er doen momenteel geruchten de ronde dat het Rizv van wachtposten zal eisen dat ze driekwart van de consulten en een kwart van de visites uitvoeren. Maar is dat zo? 

De zaken liggen genuanceerder dan dat. Dr. Guy Delrée, voorzitter van de FAGW (Fédération des Associations de Généralistes Wallons), vecht al lang voor een goede organisatie van de wachtdiensten voor huisartsen. "Bij mijn weten", legt hij uit, "bestaat er geen enkele reglementaire tekst die een dergelijke verplichting voorschrijft". Maar hij erkent dat er wel over wordt gesproken in de kringen en cenakels waar de wachdienstproblematiek wordt besproken. 

20% van de bezoeken

Over het algemeen heerst de opvatting dat gestreefd moet worden naar een maximum van 20% van de bezoeken. En voor Dr. Delrée "is het in het belang van zowel artsen als Riziv dat het aandeel consulten niet te hoog uitvalt. Dat zou de wachtdiensten van artsen zwaarder belasten en de kosten voor het Riziv doen stijgen. We zouden meer dokters, chauffeurs en auto's nodig hebben."

Guy Delrée erkent dat er plaatsen zijn waar artsen meer doen, vaak uit gemakzucht, en waar het huisbezoekpercentage tijdens wachtdiensten bijna 30% is. En helaas is de lokale bevolking hieraan gewend geraakt. "In onze wachtdiensteenheid in Dinant/Luxemburg zijn er 7 posten en 15 artsen (6 posten met 2 huisartsen en 1 post met 3 huisartsen) en we hebben ons gestabiliseerd op ongeveer 15% bezoeken, wat heel goed werkt", zegt Guy Delrée. 

Geen reden om te schikken

Hij denkt dat waar de percentages hoger liggen, het raadzaam zou zijn om deze manier van werken in vraag te stellen. "Maar er is geen reden om regels op te stellen," concludeert hij. "Het is een kwestie van gezond verstand en consensus".

Het Collège de Médecine Générale (CMG) vindt ook dat het absurd zou zijn om een regel op te leggen. "Wij vinden dat er zo weinig mogelijk bezoeken moeten worden afgelegd tijdens wachtdiensten", legt Dr. Anne Gillet, voorzitter van het CMG, uit. "Maar het is aan het triageteam om te beslissen of een bezoek nodig is. En als een groter aantal oproepen dat vereist, moeten we de verplaatsing maken, zelfs als dat het quotum een kwart van de contacten overschrijdt. 

De criteria zijn bedlegerige mensen, palliatieve zorg en mensen in WZC's/rusthuizen, maar er kunnen ook verplaatsingen zijn om sociale redenen. Neem bijvoorbeeld het geval van een moeder die zich niet kan verplaatsen omdat ze alleen is met vier kinderen en geen auto heeft". Voor mensen die geen auto hebben, werd het principe van de sociale taxi overwogen. "Maar tot nu toe bleef het bij wishful thinking", besluit Dr. Gillet.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.