Mag een arts eigenaar zijn van een officina-apotheek?

Het advies van de Nationale Raad (16 februari ll.) maakt een onderscheid tussen het beheer en het bezit ervan.

We moeten eerst en vooral een onderscheid maken tussen beheer van de officina-apotheek en het bezit ervan. Een apotheek moet onder de verantwoordelijkheid staan van een apotheker-titularis. Die draagt de eindverantwoordelijkheid en is aansprakelijk voor de kwaliteit van de geneesmiddelen en andere gezondheidsproducten die in de apotheek worden afgeleverd.

De eigendom van een officina is echter niet voorbehouden aan een apotheker; een arts mag er eigenaar van zijn, persoonlijk of onrechtstreeks door het bezit van aandelen van een rechtspersoon die er de eigenaar van is .

Principieel mogen alleen apothekers en apotheekassistenten praktijkvoeren in de apotheek. Sowieso is het artsen verboden om gelijktijdig de geneeskunde en de artsenijbereidkunde uit te oefenen.

Is een arts eigenaar-vergunninghouder van een officina, dan dient hij de autonomie van de apotheker-titularis te respecteren en geen handeling noch beperking op te leggen die de naleving van de hem opgelegde wettelijke en deontologische vereisten verhindert. De arts moet zijn beroepsonafhankelijkheid vrijwaren en erop toezien dat er ook geen schijn van afhankelijkheid of collusie is.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.