Ambulante psychiatrie, het verwaarloosde kind van de Belgische specialistische geneeskunde (Dr. Thomas Van der Poorten)

Het gebrek aan middelen en representatieve nomenclatuur in de spreekkamer van de ambulante psychiater weergalmt oorverdovend in de recente invaliditeitsstatistieken van het RIZIV en Europese indicatoren, maar is ook uitermate voelbaar in de overvolle spoeddiensten en psychiatrische ziekenhuizen. Als we de ambulante psychiatrie structureel blijven onderfinancieren, komen zowel de patiënt als de overheid er als gedupeerden uit.

Uit een recente peiling (n=138) blijkt dat 54,1 % van de ambulant werkende volwassenenpsychiaters momenteel een aanmeldingsstop hanteert; nog eens 29,3 % werkt met een wachtlijst, waardoor slechts 16,6% binnen redelijke termijn nieuwe patiënten kan aannemen. Dit ondanks de volgens WHO geschatte toename van 25% van psychische gezondheidsklachten sinds de COVID-pandemie (1) , en Belgische zelfmoordcijfers die aanzienlijk hoger liggen dan het Europese gemiddelde.  

Uit recent Nederlands onderzoek blijkt dat bij elke bijkomende wachtmaand op een GGZ-wachtlijst de kans op latere werkhervatting met 2 procentpunten daalt; omgekeerd levert een verkorting van de wachttijden met slechts één maand de samenleving al meer dan € 300 miljoen per jaar op. Dat cijfer is des te alarmerender omdat momenteel 37 % van alle langdurig arbeidsongeschikten in België thuiszit vanwege psychische aandoeningen​.(2)

Tussen 2016 en 2022 is het aantal personen in invaliditeit door depressie en burn-out zelfs met bijna 50% gestegen. Wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg zijn met andere woorden geen logistiek ongemak, maar een directe risicofactor voor chronisch verlies van functioneren en maatschappelijke participatie. 
Emotioneel klimaat
Het emotionele klimaat onder ambulant werkende psychiaters is ronduit zorgwekkend. In de Psychiater Thermometer II gaf meer dan 40% van de collega’s aan zich emotioneel uitgeput te voelen, en een bevraging in januari 2024 toont dat 43,5% momenteel onvoldoende gemotiveerd is om in de huidige omstandigheden ambulant te blijven werken. 50% overweegt hun ambulante praktijk af te bouwen of terwijl 40% verwacht binnen tien tot vijftien jaar te stoppen wegens pensionering.

De combinatie van complexe zorg voor hoogrisico patiënten, medische eindverantwoordelijkheid, administratieve druk en een gevoel van structurele onderwaardering creëert een sfeer van morele uitputting — een klimaat dat niet alleen de arts treft, maar ook de patiënt en diens recht op kwalitatieve en toegankelijke zorg.
Honorering
Hoewel psychiaters doorgaans terughoudend zijn om over financiering te spreken — hun werk richt zich immers op de meest kwetsbaren — tonen de cijfers aan dat de huidige honorering hun beschikbaarheid en de toegankelijkheid van psychiatrische zorg fundamenteel ondermijnt. Zo wordt een consult van 45 minuten bij een eerstelijnspsycholoog en orthopedagoog identiek vergoed als een psychiater indien het om niet-geaccrediteerde consultaties of geaccrediteerde videoconsulten gaat - dit ondanks 7 tot 9 jaar verschil in opleidingsduur.

Zet dit naast Nederland of Luxemburg, waar een gelijkwaardig psychiatrisch consult bijna drie keer meer wordt vergoed, waardoor in België jonge psychiaters richting residentiële functies of de grensregio’s dreigen te vertrekken en de ambulante wachtlijsten verder ontsporen. Dit binnen een model dat 80% van de psychiaters financieel onhoudbaar acht voor dekking van praktijkkosten en bijscholing. De vergelijking met andere disciplines dient hier enkel ter positionering van de ambulante psychiatrie, zonder hun inzet te minimaliseren.

Budgettaire kortzichtigheid
Om 500.000 € te besparen, verlaagde het RIZIV de vergoeding voor psychiatrische teleconsultaties met bijna 6 € per contact. Een telefonische psychotherapie van 30 minuten wordt nu quasi gelijkgesteld aan een suïcidepreventiegesprek aan de apothekersbalie na volgen van een eendaagse cursus.

Deze besparing ontmoedigt net de zorg voor de meest kwetsbare groepen (bv. peripartum, psychose, mobiliteitsproblemen) en bemoeilijkt toegang in ondervoorziene regio’s. De maatregel vergroot de kans op crisisopnames en miskent de gezondheidseconomische realiteit: psychische aandoeningen kosten Europa jaarlijks 4% van het BBP; in België stegen de invaliditeitsuitgaven voor burn-out en depressie op vijf jaar tijd met 60%, tot 1,8 miljard € in 2021.

Vier pijlers
Een community mental health model verschuift de geestelijke gezondheidszorg van het ziekenhuis naar de leefomgeving van de patiënt, wat hospitalisaties verkort en herstel bevordert. België telt 140,7 psychiatrische bedden per 100.000 inwoners en is daarmee de Europese koploper.(3) Voor echte verandering zijn vier pijlers nodig:

  1. Collaborative care –vergoed overleg tussen psychiater, huisarts en psycholoog. Verbetert doorverwijzing, bespaart capaciteit en bevordert significant herstel bij angst en depressie in de eerste lijn. (4)

  2. Crisispreventie – terugbetaalde crisiscontacten zijn bewezen effectief, kunnen levens redden en dure opnames voorkomen (gemiddeld €16.573 per opname in 2014). (5)

  3. Adequate honorering – essentieel om het vak aantrekkelijk te houden voor jonge collega’s en de Europese richtlijnen voor gelijkwaardigheid tussen somatische en geestelijke zorg te respecteren. (6)

  4. Operationele houdbaarheid van multidisciplinaire ambulante praktijkvoering, met administratieve ondersteuning, gespecialiseerde klinisch psychologen, maatschappelijk werkers.

Oproep tot actie

Kiest men ervoor om het dossier te laten verlopen via de klassieke paden van het RIZIV, zitten we gemakkelijk 5 jaar verder. Tegen dan werken de meeste jonge psychiaters in klinieken of migreren ze naar buurlanden, terwijl de wachtlijsten en non-action costs verder ontsporen. Wachten betekent een schot in eigen voet, met zware gevolgen voor patiënt en samenleving. Wij, ambulante psychiaters, vinden dat toekijken vanuit de zijlijn niet langer een optie is.

  •  1 Daly, M., & Robinson, E. (2022). Depression and anxiety during COVID-19. The Lancet, 399(10324), 518.

     2 Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). (2024, april). Schiktheid en invaliditeit omwille van psychosociale aandoeningen.

    3 Mental health and related issues statistics - Statistics Explained. (n.d.). Ec.europa.eu. https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Mental_health_and_related_issues_statistics

    4 Gilbody, S., Bower, P., Fletcher, J., Richards, D., & Sutton, A. J. (2006). Collaborative care for depression: a cumulative meta-analysis and review of longer-term outcomes. Archives of internal medicine, 166(21), 2314-2321.

    5 Onafhankelijke ziekenfondsen. (2014, July 24). Mutualités Libres - Onafhankelijke Ziekenfondsen. MLOZ. https://www.mloz.be/nl/documentatie/hospitalisaties-de-psychiatrie-te-veel-en-te-lang

    6 European Commission. (2023, June 7). COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS on a comprehensive approach to mental health. In https://health.ec.europa.eu/. Retrieved April 27, 2024, from https://health.ec.europa.eu/system/files/2023-06/com_2023_298_1_act_en.pdf

     

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.