Levenskwaliteit daalde door meer pijnklachten en angstgevoelens (Sciensano)

Het zopas gepubliceerde eerste rapport van de gezondheidsenquête 2018 focust op de gezondheidstoestand van de bevolking, maar ook op de impact op het dagelijks leven. Daarbij valt de toename op van pijnklachten en angstgevoelens. Zorgverleners wordt gevraagd om er voldoende oog voor te hebben.

In 2018 werd in België in opdracht van alle ministers met een bevoegdheid in de volksgezondheid een zesde nationale gezondheidsenquête georganiseerd. Eerdere edities vonden plaats in 1997, 2001, 2004, 2008 en 2013. De gezondheidsenquête 2018 werd uitgevoerd door Sciensano. Voor het veldwerk werd samengewerkt met Statistics Belgium (StatBel).

In het zopas gepubliceerde eerste rapport van de gezondheidsenquête 2018 wordt gefocust op de gezondheidstoestand van de bevolking, maar ook op de manier waarop de gezondheid een impact heeft op het dagelijks leven.

De resultaten geven aan dat de gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit tussen 2013 en 2018 is gedaald. Waaraan is deze daling te wijten? Sciensano geeft twee hoofdoorzaken aan:

  • een toename van het aantal personen met pijn/ongemakken (van 50,1% in 2013 naar 56,2% in 2018)
  • een toename van het aantal personen met angst/depressie (van 26,5% in 2013 naar 31,5% in 2018).

De toename van pijn/ongemakken, vastgesteld via de HRQoL-score, wordt bevestigd voor andere indicatoren, met name (1) het percentage personen van 15 jaar en ouder dat pijnklachten heeft en (2) de pijnscore. De evolutie die geobserveerd wordt voor de gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit en voor lichamelijke pijn is wellicht een weerspiegeling van de stijgende trend van chronische ziekten, vermoeden de experts. De cijfers:

De gemiddelde pijnscore van de bevolking van 15 jaar en ouder bleef tussen 1997 (23,0) en 2013 (23,1) vrij constant, maar is tussen 2013 en 2018 significant gestegen tot 26,7.

● Deze score geeft aan dat vrouwen (30,4) zich meer gehinderd voelen door lichamelijke pijn bij het uitvoeren van hun activiteiten dan mannen (22,7).

● De pijnscore neemt toe met de leeftijd: jongeren (16,9) worden het minst gehinderd door lichamelijke pijn, maar deze score loopt op tot 35,1 bij 75-plussers.

● De laagst opgeleiden hebben een beduidend hogere score (38,6) dan de hoogst opgeleiden (23,3).

● De gemiddelde score is significant hoger in het Waals Gewest (30,1) dan in het Vlaams (25,2) en het Brussels Gewest (24,1).

Meer dan een kwart (28,5%) van de bevolking van 15 jaar en ouder ervaart matige tot zeer hevige lichamelijke pijn, met dezelfde verschillen als bij de pijnscore voor wat betreft geslacht, leeftijd, opleiding en gewest; er is een lichte significante toename van de prevalentie t.o.v. 2013 (26,0%).

Eén op drie (34,5%) personen van 15 jaar en ouder met lichamelijke pijn wordt hierdoor (nogal tot zeer veel) gehinderd met dezelfde verschillen als bij de pijnscore voor wat betreft geslacht, leeftijd en opleiding, maar met een lagere prevalentie in het Vlaams Gewest dan in het Brussels en het Waals Gewest en een lichte, significante daling van de prevalentie t.o.v. 2013 (35,7%).

Aanbevelingen

De pijnklachten zijn er dus sinds de vorige gezondheidsenquête niet op verbeterd: zowel de pijnscore als de prevalentie van lichamelijke pijn bij de bevolking van 15 jaar en ouder zijn t.o.v. 2013 gestegen. Dit pleit er zeker voor om chronische pijn te erkennen als een probleem van de volksgezondheid. Er dient bij zorgverstrekkers voldoende aandacht te zijn voor pijnklachten van de patiënt.

Sommige risicofactoren van chronische pijn, zoals geslacht en leeftijd, kan men niet veranderen, maar de consequenties (bv. de ernst van de pijn, de gemoedstoestand) kunnen wel worden aangepakt. Daarnaast is het belangrijk om de socio-demografische, klinische en genetische factoren gerelateerd met chronische pijn te identificeren zodat gerichte interventies en preventie kunnen worden uitgevoerd.

In de gezondheidsenquête wordt de impact van pijnklachten op het dagelijks leven bevraagd door middel van twee vragen bij de bevolking van 15 jaar en ouder die peilen naar de ernst van en de hinder door lichamelijke pijn in de afgelopen vier weken. De lichamelijke pijnscore wordt berekend door de combinatie van deze twee vragen en geeft een algemeen beeld van de hinder door lichamelijke pijn in een bevolking. Een hoge score komt overeen met de aanwezigheid van pijn en de hinder erdoor, een lage score op de afwezigheid ervan.

(1) J. Van der Heyden, R. Charafeddine, S. Demarest, S. Drieskens, D. Nguyen, J. Tafforeau, L. Gisle, E. Braekman, F. Berete. Gezondheidsenquête 2018: gezondheid en kwaliteit van leven. Samenvatting van de resultaten. Brussel, België: Sciensano. Rapportnummer: D/2019/14.440/33 

Meer info over het rapport vindt u hier.

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.