Forfaitaire geneeskunde: standstill en tijdverslindende correcties

De Federation des Maisons Médicales (FMM) zit op hete kolen: ze kijkt reikhalzend uit naar het ministerieel besluit dat de forfaits (vooral de verplegingsforfaits) weer in evenwicht brengt. Ongelijkheid blijft bestaan tussen regio's en tussen leeftijdsstructuren, heet het. Maggie De Block klaagde over anomalieën in de sector en wilde die verhelpen, zo merkt de FMM op. "Maar nu heeft ze geen haast meer om de correcties te activeren."

Even terugspoelen. Na het bevriezen van de goedkeuring van nieuwe forfaits, liet Maggie De Block een audit van de sector uitvoeren. Die bracht geen noemenswaardige gebreken aan het licht. Begin 2018 werd het moratorium op de wijkgezondheidscentra opgeheven, maar niet zonder een werkgroep zich te laten buigen over corrigerende maatregelen en verbeterpunten.

Een van de vastgestelde aandachtspunten was een meer rechtvaardige verdeling van de middelen tussen de praktijken, met bedragen die goed passen bij het profiel van de patiëntenpopulatie. De werkgroep produceerde een rapport dat de basis vormde voor een ontwerp-KB. Dat werd aanvaard door het Verzekeringscomité van het Riziv - behalve door Bvas en de tandartsen", zegt Dr. Drielsma (FMM). "Maar de tekst begint nu langzaam aan de rest van zijn parcours."

Inzage

De FMM vraagt echter inzage in de ingebouwde correcties. Ze herhaalt dat het altijd bereid was om voor eigen deur te vegen, omdat ze de indruk had dat 'bepaalde structuren in de verleiding kwamen om de onvolkomenheden van het systeem uit te buiten.'
"Intussen blijft indruk van bevoordeliging voor Brussel bestaan. Het forfait is daar zeer voordelig. We zien dus de bloei van een reeks praktijken die geen lid zijn van een federatie en waarop alleen de afstandscontrole van het Riziv en de ziekenfondsen wordt toegepast." Als onze gesprekspartner zegt "bloei', dan gaat het om ongeveer 15% per forfait in Brussel, tegenover 5 in Wallonië en 3 in Vlaanderen.

Wat verklaart het voordeel dat de medische huizen of wijkgezondheidscentra van de hoofdstad genieten? Het gebruik van verpleging is atypisch", zegt Pierre Drielsma. "Als het stijgt met de leeftijd van de patiënten, is het in Brussel lager dan in Vlaanderen en Wallonië, waar de curves inwisselbaar zijn. "Aangezien de forfaitaire bedragen op een gemiddelde basis worden berekend, ontvangen de Brusselse structuren een relatief te groot bedrag. Een leeftijdsgerelateerde ongelijkheid speelt ook een rol. "Bij de eerste veranderingen in het forfait, vroegen we dat ze niet te brutaal zouden zijn. Maar zo profiteren deze structuren nog steeds van een verplegingspakket dat overeenkomt met een oudere patiëntenpopulatie terwijl ze net jonger is."

Voor oudere patiënten is de fijnafstelling van het pakket overigens zeer belangrijk, omdat zij vaak zware verpleging thuis nodig hebben. "Een slecht aangepast bedrag kan medische huizen ontmoedigen om zich te vestigen op de plaats waar een belangrijke oudere bevolking woont."

Oneerlijke concurrentie

Dr. Drielsma, ook lid van de raad van bestuur van GBO (Kartel), geeft toe dat de vertraging in het besluit en het debat als geheel waarschijnlijk niet van belang zijn voor de meerderheid van de huisartsen in prestatiegeneeskunde. "Wat ze vooral willen is dat er geen oneerlijke concurrentie naar hen toe bestaat. De GBO is voorstander van een veralgemening van het GMD in de huisartsgeneeskunde. Dat zou een bestaand onevenwicht verminderen - in een medisch huis heeft elke patiënt een GMD."

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Anthony CORNELISSEN

    01 augustus 2019

    Voor mijn 3de betalerspatienten werk ik ook aan 3de betalerstarief.
    Ik schaan mij trouwens om die ene euro te vragen; we zijn precies bedelaars.
    Dr. Cornelissen A.