Connected tools: wordt gezond zijn een plicht? (dr. G. Briganti)

De regering van Singapore tekende zopas een contract met Fitbit. Is dat goed of onrustwekkend nieuws? Het roept in elk geval ethische vragen op over connected health. 

De medische technologiemarkt heeft vandaag een enorm potentieel: sinds de validatie van de eerste medische artificiële intelligentie-algoritmen (FDA-validatie in 2014 voor de detectie van voorkamerfibrillatie met de KARDIA-applicatie vanAliveCor) startten de meeste grote technologiebedrijven met een race tegen de klok om nieuwe noden te creëren (en een deel van de nieuwe markt te veroveren).

Inmiddels is het aantal artsen uit grote Amerikaanse universiteiten dat een overstap maakte naar de GAFAMI (Google, Amazon, Facebook, Apple, Microsoft, IBM) & Co niet meer te tellen. Ze moeten de ‘health’ transitie van de industriële wereld steunen. De professoren helpen bedrijven om producten te ontwikkelen die patiënten kunnen helpen om dingen te doen die voordien voorbehouden waren aan artsen, maar ook om hun eigen gezondheid te verbeteren. 

Vandaag zijn er heuse ecosystemen van digitale gezondheid die in handen zijn van technologische reuzebedrijven met technologie voor de ondersteuning van 4 P-geneeskunde incluis (Predictive, Preventive, Personalized and Participatory) die gevalideerd wordt door de FDA. 

Terwijl die ecosystemen aanvankelijk samenwerkten met burgers op basis van hun individuele consumptie (aankoop van een tool), startten de grote bedrijven een politiek-economische beweging (voornamelijk extra-Europees) op om de bevolking massaal warm te maken voor connected tools.

In de VS zijn de belangrijkste partnerships die tussen bedrijven en verzekeringsinstellingen: denk aan de samenwerking van Aetna met Apple, die een Apple Watch aanbieden aan klanten die beloven hun levensstijl te veranderen (meer bewegen, minder zitten, enz.). Het voordeel is bilateraal voor het bedrijf en voor de verzekering: aan de ene kant is de massale verkoop van de apparaten verzekerd en aan de andere kant een daling van de medische kosten door de vermindering van verwikkelingen van chronische ziekten door een gezondere levensstijl.

De partnerships kwamen zopas in een stroomversnelling terecht met de aankondiging van een akkoord tussen de regering van Singapore en Fitbit (bekend om zijn wearables die fysieke activiteit meten) om honderdduizenden inwoners in te schrijven (6 miljoen inwoners) voor het 'Fitbit Inspire'-initiatief. Burgers die zich aanmelden, krijgen een gratis Fitbit en een gepersonaliseerd coaching-programma voor een gezondere levensstijl, maar ook een abonnement op een maandelijkse betalende service. Het initiatief van de Singaporese overheid kreeg de naam Live Healthy en wil een antwoord bieden op de toenemende prevalentie van chronische ziekten (waaronder diabetes en hartaandoeningen). Volgens de algemeen directeur van de Singaporese commissie voor gezondheidspromotie Zee Yoong Kang is het doel om "Singaporezen aan te moedigen gezonder te leven en gedragsverandering te stimuleren".

Het initiatief roept een aantal vragen op, vooral in een periode waarin noties als burgerrechten en -plichten een heuse revolutie ondergaan.  

Kan een goede gezondheid niet zonder ‘industrie’?  

Potentieel misbruik buiten beschouwing gelaten, moeten we erkennen dat een grootschalig initiatief met een 'bescheiden' investering van belastingbetaler (10 dollar per maand en per patiënt voor ‘Fitbit Inspire’) alles heeft om verkocht te worden als een droom: gezondheidscoaches (maar welke opleiding hebben ze?) kunnen een aanzienlijke impact hebben op de levensstijl van de bevolking, ver van de druk en zorgen van klinische geneeskunde (waar momenteel weinig aandacht is voor dit soort problemen).

Waarom heeft niemand in onze politieke gelederen daar eerder aan gedacht, met een initiële investering die op de lange termijn rendabel zou zijn? Eerst en vooral is er in Europa een gebrek aan dit soort samenwerking, vooral bij afwezigheid van technologische reuzen. Maar het probleem is niet alleen de achterstand in de technologische race.

De waarheid is dat de industriële wereld regeringen confronteert met twee van de grootste mislukkingen van de moderne politiek: gezondheid (preventief) en educatie (gezondheid).

De huidige initiatieven zijn uitsluitend gebaseerd op de intentie van de individuele consument/klant/burger om zich in te schrijven voor gezondheidspromotieprogramma's, maar het enorme gevaar van permanente monitoring mag niet uit het oog verloren worden. Dankzij medische technologieën en connected tools kan het 'gekwantificeerde individu' (het geheel van gegevens die over een individu worden ingezameld) gecontroleerd en geëxploiteerd worden door de overheden. De huidige welwillendheid zou zich in sommige staten kunnen vertalen in een 'verplichting' om maatregelen te nemen voor een gezondere levensstijl.

Zullen verzorgingsstaten zorgen blijven dragen voor burgers die de 'geïndustrialiseerde' gezondheidsnorm niet respecteren? 

Het belangrijkste risico is sociale en economische uitsluiting van mensen die ‘echt ziek’ zijn. Dat risico moet vurig bestreden worden.  

“And remember, your insurance company wants you healthy and alive, but at the end of the day, you as an individual are less important than their bottom line.” (Dr. J. Baron)

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.