Na een periode van dalingen is het gemiddelde aantal bevestigde coronabesmettingen per dag in België in de periode van 30 december tot en met 5 januari gestegen met 4 procent tegenover de zeven voorgaande dagen. Dat blijkt zaterdag uit de recentste cijfers van gezondheidsinstituut Sciensano.

Het gemiddelde aantal bevestigde besmettingen per dag gemeten over zeven dagen bedraagt nu 1.721. In totaal zijn nu al 660.703 besmettingen geregistreerd.

In Brussel kent het aantal besmettingen een forse groei. Daar werden in de voorbije periode van 7 dagen 1.273 besmettingen vastgesteld, 49 procent meer dan de week daarvoor. Ook in Waals-Brabant en in mindere mate in Vlaams-Brabant stijgen de cijfers sterk, met respectievelijk 22 en 13 procent. In Luik gaat het om een stijging met 22 procent.

De stijging komt niet als een verrassing. Viroloog Steven Van Gucht had vrijdag al aangegeven dat er mogelijk een toename aankwam. Het testbeleid is een verklaring: tijdens de kerstvakantie hebben minder mensen zich laten testen. Bovendien worden nu teruggekeerde reizigers getest.

Het gemiddelde aantal overlijdens door COVID-19 blijft wel nog afnemen en bedroeg tussen 30 december en 5 januari 62 per dag. Dat cijfer ligt 13 procent lager dan in de zeven voorgaande dagen. De teller van de overleden coronapatiënten in België sinds het begin van de crisis staat nu op 19.992.

Ook de trend van de ziekenhuisopnames is nog dalend. Dagelijks worden gemiddeld nog 130 patiënten opgenomen, een daling met 11 procent. Het aantal coronapatiënten in de Belgische ziekenhuizen is inmiddels weer onder de kaap van 2.000 gedaald: het zijn er nu nog 1.994, van wie 378 patiënten intensieve zorgen nodig hebben.

Het reproductiegetal, op basis van het aantal ziekenhuisopnames in ons land, ligt nu op 0,926. Kijkt men naar de besmettingen, dan ligt dat R-getal op 1,047.

De Standaard schrijft zaterdag ook dat twee nieuwe besmettingen met de Britse variant van het virus in ons land zijn opgespoord. Ze testten positief in de week voor Kerstmis, en vrijdag werden de stalen onderzocht om de genoomsequentie te bepalen. Het gaat om twee aparte gevallen die niet aan elkaar gelinkt zijn. Allebei kwamen ze terug uit het Verenigd Koninkrijk. Er zijn volgens de onderzoekers van de KU Leuven geen aanwijzingen dat deze twee gevallen tot verdere besmettingen hebben geleid.