New Deal: wat blijkt uit het "eindrapport" van de denktank?

Maandagavond presenteerden de professoren Ann Van den Bruel (KU Leuven) en Jean-Luc Belche (ULiège) het eindrapport van de New Deal reflectiegroep aan de medicomut.  Er werd bevestigd dat de uitwerking van deze tekst zal worden voortgezet in een werkgroep van de nationale medicomutualistische commissie die eind maart/begin april bijeenkomt. De opmerkingen van de artsen worden tegen 20 maart verwacht. Hierbij het verslag.

De presentatie kwam tot stand na enkele 'schokken', zeker na een brief die de minister had gestuurd naar de - hoofdzakelijk Franstalige - ondertekenaars van een open brief. In deze brief stemde minister Vandenbroucke in met het verzoek om zijn overwegingen niet te baseren op wat op maandag 6 maart als "eindrapport" van de New Deal-denktank aan de medicomut werd voorgelegd. 

Maandagavond werd bevestigd dat deze tekst verder zal worden uitgewerkt in een werkgroep van de medicomut die eind maart/begin april bijeen zal komen. De datum moet nog worden geprikt. De opmerkingen van de verschillende actoren (syndicaten ....) moeten uiterlijk op 20 maart schriftelijk worden ingediend. 

De kwestie van de soloartsen

Voor David Simon, (Bvas), was de vergadering positief, maar er leven  uiteraard nog veel vragen, zoals de financiering: "Verpleegkundigen, praktijkassistenten, onthaalpersoneel.... Wie zal dat betalen? Dit mag niet uit de artsenhonoraria worden gehaald. Wat moet een soloarts in dergelijke omstandigheden doen, en zelfs de artsen in een duopraktijk? We moeten nadenken over hun feitelijke situatie. Dr. Simon is ervan overtuigd dat er geen beslissing zal worden genomen op basis van dit document. "De medicomut heeft het gisteravond niet gevalideerd. Er zijn dingen die onaanvaardbaar zijn en daar moeten we aan werken."

Oplossingen vinden

Paul De Munck, de voorzitter van het GBO/Kartel, herinnerde er op zijn beurt aan dat "het rapport (en de New Deal) niet de oplossing is voor alles... maar één van de mogelijke oplossingen om een aantal punten in de praktijk van de huisartsgeneeskunde te verbeteren. De New Deal zal bijvoorbeeld niet alle vragen over het tekort beantwoorden, maar als we erin slagen het werk beter te verdelen en de administratieve last van de huisarts te verlichten, zal de arts meer klinische tijd hebben voor de patiënt en voor een betere balans van zijn privé/beroepsleven bijvoorbeeld." 

Volgens hem "blijft de New Deal een redelijke en beredeneerde aanpak. Dit verslag is sinds september in recordtijd afgerond. Het voldeed aan sommige methodologische eisen. Het is een unieke oefening met verschillende vertegenwoordigers van de huisartsenpraktijk en andere actoren. Dankzij dit verslag kunnen we nadenken over een nieuwe weg voorwaarts. Er zijn uiteraard nog veel vragen en twijfels."

Wat zal er op lange termijn gebeuren? "In 2024 komt er een eerste oproep voor kandidaten als we het proces starten."

Financieringstype 

Ter herinnering: met de New Deal is het de bedoeling om een vernieuwd organisatie- en bekostigingsmodel voor de huisartsenpraktijk te ontwikkelen dat voldoet aan de doelstellingen van de Quintuple Aim. Dit nieuwe model zal naast het huidige systeem bestaan. Huisartsen kunnen zich vrijwillig aansluiten bij dit nieuwe systeem. Het New Deal financieringssysteem is een drieledig gemengd model waarin de huisartsen worden betaald op basis van een capitatie voor elke patiënt met een vaste behandelrelatie (naar analogie met het Globaal Medisch Dossier-gmd), op basis van een fee-for-service (raadplegingen, visites en technische ingrepen) en via premiefinanciering. 

Wat de steun betreft, wordt binnen de medicomut een systeem van verhoogde steun voor de praktijk ontwikkeld dat zal gelden voor alle huisartsenpraktijken. Het rapport meldt ook een samenwerkingspremie, een beloning voor praktijkmanagement vastgesteld op basis van het aantal zorgverleners binnen de praktijk en het aantal patiënten met een vaste behandelrelatie. De samenwerkingspremie omvat ook een facultatieve premie voor een praktijkverpleegkundige in de huisartsenpraktijk op basis van het aantal vaste patiënten in de praktijk. Aan de premie voor de praktijkverpleegkundige zijn voorwaarden verbonden, onder meer de omvang van de praktijk (ten minste 1.000 gmd's), het gebruik van integratie-instrumenten en de uitvoering van preventieprogramma's en proactieve zorg. Deze twee bonussen zijn voorbehouden aan New Deal-praktijken die aan deze criteria voldoen en deze samenwerkingstrajecten willen aangaan. 

Volgens het rapport "is dit nieuwe financieringsmodel budgetneutraal voor de gemiddelde praktijk. Extra financiering is nodig voor praktijkverpleegkundigen en praktijkmanagement."

> Lees het "eindrapport" 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.