Naar een meer duurzame re-integratie van een half miljoen langdurig zieken

Het aantal langdurig zieken in België blijft jaar na jaar fors stijgen: tegen eind 2021 wellicht een half miljoen langdurig zieken. De re-integratie van langdurig zieken op de arbeidsmarkt verloopt in de praktijk echter moeizaam. Dr. Gretel Schrijvers, algemeen directeur van Mensura, deelde tijdens een hoorzitting in het Vlaams Parlement haar visie om langdurig zieken duurzaam en efficiënter te re-integreren op de arbeidsmarkt.

Volgens cijfers van het RIZIV waren in juni 2020 een kleine 460.000 werknemers langdurig ziek in België: een stijging met maar liefst 24% in vergelijking met de cijfers van 2015. Met dit tempo zal er tegen eind 2021 sprake zijn van een half miljoen langdurig zieken. De re-integratie op de arbeidsmarkt verloopt echter moeizaam. “We morsen zo niet alleen met menselijk kapitaal, langdurige ziekte kost de maatschappij naar schatting ruim 9 miljard euro per jaar,” aldus Gretel Schrijvers, algemeen directeur van Mensura, de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk

Een schortend re-integratiebeleid

Na 5 jaar praktische toepassing van de re-integratiewetgeving stelt Gretel Schrijvers vast dat die met tekortkomingen kampt.

“Zo weten we dat de slaagkans op re-integratie stijgt naarmate de werknemer sneller in contact komt met de arbeidsarts. Na 3 maanden afwezigheid keert 50% langdurig zieken terug naar de werkvloer, na één jaar nog slechts 20% en na 2 jaar gaat een zeer magere 10% weer bij zijn of haar werkgever aan de slag. Nochtans kan de adviserende arts van de mutualiteit pas na twee maanden en de werkgever pas na vier maanden afwezigheid een re-integratietraject opstarten. Bovendien zet de krapte aan arbeidsartsen ook druk op deze vaak complexe dossiers,” aldus Gretel Schrijvers.

Tegelijk hekelt Schrijvers het feit dat er onvoldoende uitwisseling van informatie tussen alle betrokken medische partijen mogelijk is. Ook de beslissingsmogelijkheden of een werknemer al dan niet tijdelijk of definitief arbeidsongeschikt is om hetzelfde of aangepast werk uit te voeren, botsen volgens haar op hun limieten. “Dat vooral kleine bedrijven meer moeite hebben om tot succesvolle re-integratie te komen en er te weinig stimulansen zijn voor werkgevers om in te zetten op re-integratie zijn bijkomende pijnpunten”, meent Gretel Schrijvers.

Onmisbare rol voor de arbeidsarts

“Onder het motto beter voorkomen dan genezen moet ten eerste de instroom van langdurig zieken worden afgeremd. Meer aandacht voor preventie – zeker ergonomisch en psychsociaal – kan helpen voorkomen dat zo veel werknemers voor lange tijd uitvallen.”

"Daarnaast moet de arbeidsarts meer armslag en ruimte krijgen om sneller tussen te komen. Wij pleiten voor een verplicht contact met de arbeidsarts na vier weken ziekte. Tegelijk moet het takenpakket van de arbeidsarts, die nu met tijdsgebrek kampt, worden herschikt. Zo zouden specifieke taken naar bedrijfsverpleegkundigen kunnen verschuiven. Dat arbeidsartsen vandaag geen toegang hebben tot de medische gegevens van werknemers in de E-healthplatformen is ook een groot manco voor succesvolle terugkeer naar de werkvloer.”

Volgens Schrijvers is er ook nood aan een meer multidisciplinaire aanpak: “Door psychologen en ergonomen vroegtijdig in het re-integratieproces te betrekken, kunnen ze de arbeidsarts ondersteunen.”

Rol van de werkgever

Tegelijk hamert Gretel Schrijvers op het belang om de werkgever meer te stimuleren om in te zetten op re-integratie en preventie: “Eén op de drie langdurig zieken kampt met psychosociale moeilijkheden. Net zoals er voor kleinere, lichamelijke ongevallen overal een opgeleide eerstehulpverlener moet klaarstaan, zouden leidinggevenden ook eerste hulp moeten kunnen bieden bij moeilijkheden op het vlak van mentale gezondheid.”

Valt een werknemer toch uit voor langere tijd, dan is het volgens Schrijvers belangrijk een ‘fade-out’ door de werknemer voorkomen. “Dat kan onder meer door tijdens de afwezigheid op regelmatige basis met de werknemer contact te houden. Een kort telefoontje door de leidinggevende om te vragen hoe het gaat, kan al wonderen doen.”

Van overheidswege kunnen er ook positieve prikkels komen. “Eventueel zouden de sociale bijdragen voor opnieuw geïntegreerde werknemers verlaagd kunnen worden of kan men de werkgever financieel tegemoetkomen in het opstarten van re-integratietrajecten. Belonen dus, in plaats van bestraffen.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.