De huisartsenbevraging van de Riziv-werkgroep over de hervorming van het financierings- en organisatiemodel huisartsgeneeskunde leverde 2.453 antwoorden op. De meerderheid van de deelnemers is tevreden of heel tevreden met het huidige financieringssysteem (73%). Acht op de tien willen er niet van afstappen om over te stappen naar een ander bestaand systeem. Wel willen zeven op de tien deelnemers een nog uit te werken nieuwe financieringsvorm overwegen.

Aan de bevraging van de Rizivwerkgroep Van den Bruel-Belche in het teken van de hervorming van het financierings- en organisatiemodel huisartsgeneeskunde, namen 2.453 respondenten deel (45,1 FR, 54,9 NL). De gemiddelde leeftijd bedroeg 40 jaar, er waren 56% vrouweljke participanten en 83% praktijken met meer dan 1.000 gmd's. De bevraging liep een maand en werd vandaag voorgesteld door de professoren Van den Bruel en Belche.

Opvallend: bij het praktijktype bleek dat de gemiddelde leeftijd van deelnemende soloartsen op 57 lag en die van groeps- en multidisciplinaire praktijken tussen 36 en 38. De praktijken die het best vertegenwoordigd waren bij de respondenten: groepspraktijken (41%) gevolgd door solopraktijken (23%).

De meerderheid van de deelnemers is tevreden of heel tevreden met het huidige financieringssysteem (73%). Alleen de multidisciplinaire praktijken die niet forfaitair betaald worden, zijn dat minder. De meeste praktijken (54%) werken nu al met een receptionist, 22% heeft ook een verpleegkundige en 8% werkt samen met een zelfstandig verpleegkundige.

Toekomstplannen

Wat de toekomstplannen betreft, streeft 27% naar een onthaalmedewerker, 36% naar een verpleegkundige en 28% naar een psycholoog in de praktijk. Acht op de tien willen niet afstappen van hun huidig financieringssysteem naar een ander bestaand. Zeven op de tien deelnemers willen wel een nog uit te werken nieuwe financieringsvorm overwegen, meer jonge dan oudere artsen (76% vs. 64%). Als redenen om niet over te stappen, halen ze de vrees aan om inkomen te verliezen en administratieve overlast.

Bij de alternatieve scenario's scoort 'taakdelegatie naar een verpleegkundige met als gevolg een kortere werkweek', het hoogst (80,1%).

Nummer twee is 'taakdelegatie naar een verpleegkundige en andere zorgverleners met als gevolg langere consultaties (74,5%). 

Op nummer drie staat 'taakdelegatie naar een verpleegkundige met als gevolg een grotere patiëntenpopulatie en een langere werkweek'.

Het minst populair: 'Kortere consultaties met als gevolg een kortere werkweek' (10,4%).