Praktijkverschillen tussen artsen - disruptie jongeren of opofferingsgezindheid ouderen? (Dr C. Depuydt)

Bij artsen bestaan bijna evenveel categorieën als er mensen zijn, we zouden ze kunnen indelen naar geslacht, naar specialisatie, naar plaats van praktijk, naar taalgemeenschap of naar leeftijdsgroep. Deze microkosmos, 50.000 artsen in België, is verenigd onder de gemeenschappelijke naam "artsenkorps", maar in feite verenigt ze een grote verscheidenheid van praktijken, meningen en werkwijzen.

Zoals overal bestaat er over de grote maatschappelijke vraagstukken geen eensgezindheid, zijn er soms sterke meningsverschillen, zelfs "botsingen". Laten we dit eens bekijken vanuit het oogpunt van het fameuze evenwicht werk-privé.

Arts-assistenten in opleiding tot specialist, en meer in het algemeen artsen onder de 35 jaar, behoren tot een generatie die tijd voor zichzelf wil hebben, zelfs als dat betekent dat ze minder geld verdienen, zelfs als dat betekent dat ze in loondienst zijn. Ze leggen het goed uit: de reden is een win-win deal voor iedereen: de dokter heeft recht op een kwaliteitsvol leven, hij is meer ontspannen, hij geniet meer van zijn gezin en zijn vriendenkring, en hij is efficiënter. Uiteindelijk is het de patiënt die hiervan profiteert: de verstrekte zorg zal beter zijn, het risico op fouten wordt tot een minimum beperkt en de interacties hartelijker.

Aan de andere kant zien we het spectrum van de 55-plussers van een generatie voor wie het beroep een roepings- of zelfs een opofferingskant had. Ze leggen het goed uit: wat zij vooral willen is zorgcontinuïteit bieden, en voor sommigen gaat dat zo ver als "permanente" zorg. Ze willen ook een vrije praktijk houden, om hun tijd en hun inkomen te managen. Geneeskunde is ook en vooral een kwestie van noodgevallen, van snel kunnen reageren, van beschikbaar zijn voor hun patiënten. Het is alsof het in hun DNA gegrift staat dat meer dan 80 uur per week werken normaal is voor een arts. Ja, er is vermoeidheid, er is stress, maar dat zijn verantwoordelijkheden die mensen bereid zijn te verdragen om dit werk te doen, toch?

Natuurlijk zijn er nuances tussen deze twee standpunten; we zijn niet allemaal karikaturen van onszelf. Bovendien zijn sommigen, zoals ik, op zoek naar een soms wankel evenwicht tussen "zichzelf geven" en "zichzelf respecteren", tussen "verantwoordelijkheid nemen" en "zichzelf in stand houden", tussen "ondergaan" en "in opstand komen". Een precair evenwicht, daar kan ik van getuigen...

Niet in de val lopen

De artsen in opleiding betrekken bij de onderhandelingen over hun arbeidsvoorwaarden in het raam van de befaamde "medicomut" betekent een keerpunt in de aandacht voor de behoeften en eisen van onze jonge collega's. De recente staking van de artsen in opleiding aan Franstalige zijde, die op deze onderhandelingen volgde, is eveneens van historische betekenis. Zij (de "jongeren") laten ons zien dat ze het niet langer vanzelfsprekend vinden, dat ze een mening en een deskundigheid hebben over een werkwijze die volgens hen respectvoller is voor iedereen en productiever.

Het zou dan ook verleidelijk en gemakkelijk zijn om ons tegen elkaar op te zetten, en het zou jammer zijn als wij in die val lopen.
U kent de spreuk "verdeel en heers"... Meer dan ooit moet de medische beroepsgroep solidair zijn: hervorming van de nomenclatuur, het gapende gat in de sociale zekerheid dat door Covid is gegraven, diepgaande herstructurering, besparingen, we zullen aan niets van dit alles ontsnappen. Zo kunnen we natuurlijk het weinige van onze kostbare energie verspillen door elkaar "in de spiegel" te beloeren, wat al diegenen goed zal uitkomen die ons in een hokje willen stoppen waaruit we ons niet zullen verwijderen, gehoorzaam als we zijn. Of we kunnen onze solidariteit gebruiken om nieuwsgierig naar elkaar te zijn, in plaats van elkaar te wantrouwen. Kunnen wij artsen zijn die tegelijkertijd tijd voor zichzelf nemen, zonder schaamte, openlijk, met trots, maar die tegelijkertijd een efficiënte zorgcontinuïteit organiseren die onze patiënten respecteert?

Ik ben een arts tussen twee in, en van waar ik sta, bewonder ik de disruptie van jongeren die hardop durven te zeggen wat iedereen denkt en voor hun ideeën vechten. Ik heb ook bewondering voor de beschikbaarheid, en vaak de grote vriendelijkheid, van de ouderen, die er zijn, koste wat het kost, tegen alle verwachtingen in, voor wie hen nodig heeft. Ik leer van elk van deze standpunten om een zo evenwichtig mogelijke praktijk op te bouwen, rekening houdend met de behoeften van mijn patiënten maar ook met mijn grenzen als mens. Een gewaagde gok? Aan u om te oordelen...

Suggestie: stop de tweedracht, de oudere artsen moeten de kracht van het voorstel van de jongere artsen, die de toekomst zijn, ondersteunen. De jongeren kunnen leren van de stille kracht van de oudere artsen en hun toewijding. Laten we onze verschillende gezichtspunten bekijken, niet met de klemtoon op de verscjhillen maar op de gelijkenissen.

Amper vrouwelijke artsen-managers: gewoon of geïnternaliseerd seksisme? (Dr C. Depuydt)

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Marc Bosquet

    15 juli 2021

    Ik bewonder de analyse om zijn duidelijkheid en moed. Daarom is het belangrijk dat het artsenkorps mee in het bad moet bij de hervorming van de gezondheidszorg Men noemt dat “ mitbestimmung “ Marc Bosquet MD