Zijn huisartsen tevreden met hun financieringsmodel? (de enquête in detail)

Eerder al gaven we de algemene resultaten weer van de enquête New Deal die de professoren Ann Van den Bruel (KU Leuven) en Jean-Luc Belche (ULiège) presenteerden. De enquête liep bij huisartsen  tussen 6 januari en 5 februari 2023. Hier krijgt u meer en uitermate interessante details.
Over het algemeen zijn de meeste huisartsen tevreden of zeer tevreden met hun huidige bekostigingsmodel: 57,3% is tevreden en 14,7% is zeer tevreden. De tevredenheid is grotendeels gelijk voor de verschillende praktijktypes, hoewel de tevredenheid iets lager is bij huisartsen die werken in een multidisciplinaire praktijk met fee-for-service financiering (64,2% tevreden of zeer tevreden) en huisartsen die werken in een solopraktijk (68,5% tevreden of zeer tevreden), terwijl de tevredenheid iets hoger is bij huisartsen die werken in een multidisciplinaire praktijk met capitatiefinanciering (83,3% tevreden of zeer tevreden).

 

Figuur: Tevredenheid over het financieringsmodel per praktijk

De tevredenheid is iets groter bij huisartsen jonger dan 40 jaar (respectievelijk 74,6% versus 69,5%).
Vergoeding en autonomie zijn de belangrijkste factoren die bijdragen tot de tevredenheid; administratieve verplichtingen, de mogelijkheid om andere teamleden aan te stellen en de vergoeding voor bijkomende taken zijn minimaal.

Figuur: Factoren die bijdragen tot de tevredenheid met het financiële model

Bereidheid om te veranderen
Op de vraag of zij zouden willen overstappen op een ander bestaand financieringsmodel zei 81,2% van de respondenten nee en dus slechts 18,8% ja. Er zijn echter duidelijke verschillen tussen de respondenten per type praktijk: slechts 8,6% van de respondenten in solopraktijken zou bereid zijn over te stappen, tegenover 13,6% in multidisciplinaire praktijken met capitatiefinanciering, 16,0% in netwerkpraktijken, 20,3% in groepspraktijken en 32,1% in multidisciplinaire praktijken met fee-for-service financiering. Respondenten jonger dan 40 jaar waren meer bereid om te veranderen dan oudere respondenten (21,2% vs. 16,6%).
De meest voorkomende reden om niet te willen veranderen van financieringsmodel was kennis: 18,3% van de respondenten gaf aan niet genoeg te weten over het alternatieve financieringsmodel. Op de tweede plaats kwamen de administratieve lasten. Andere redenen zijn (beperkt tot de redenen die door ten minste 1% van de respondenten worden genoemd): de wens om onafhankelijk te blijven van de overheid of om autonomie te behouden (1,5%).

Figuur: Redenen om niet van model te veranderen

Op de vraag of zij zouden overwegen over te stappen op een nieuw bekostigingsmodel zegt 70,0% van de respondenten ja. Dat verschilt weer enigszins per praktijktype: 59,0% solo, 66% netwerk, 73,3% groep, 81,1% multidisciplinair met fee-for-service financiering en 61,1% multidisciplinair met capitatiefinanciering. De bereidheid om te veranderen is groter bij jonge huisartsen dan bij oudere huisartsen: 75,6% van de huisartsen jonger dan 40 jaar tegenover 64,2% van de huisartsen ouder dan 40 jaar. Respondenten in een praktijk met minstens 1.000 huisartsen zijn in 71,9% van de gevallen bereid om over te stappen op een nieuw financieringsmodel. De meest voorkomende reden om niet te willen veranderen is angst om inkomsten te verliezen (25,6%), gevolgd door administratieve lasten (18,6%). 

Huisartsen tevreden met hun werk
De meeste respondenten zijn zeer tevreden met hun werk als huisarts. Op een schaal van 0 tot 10 was de mediane tevredenheid 7. In totaal gaf 82,4% van de respondenten een tevredenheid van 6 of meer op de schaal aan. De tevredenheid was vergelijkbaar voor alle soorten praktijken (mediaan 7), behalve voor multidisciplinaire praktijken met capitulatiefinanciering, waar de mediaan van de tevredenheid 8 was.

> Lees meer over de onderzoeksresultaten

> IJzers in het vuur: New Deal, wachtposten

> New Deal: wat blijkt uit het "eindrapport" van de denktank?

> Idaal bruto-normuurinkomen? (Poll)

In totaal begonnen 2453 respondenten aan de enquête. Daarvan werden er 601 uitgesloten van de analyses: 458 omdat ze de enquête volledig blanco lieten, 41 omdat ze een ongeldig Rizivnummer invulden en 102 omdat ze een geldig Rizivnummer hadden ingevuld maar de enquête verder blanco lieten. Bijgevolg werden de analyses uitgevoerd op 1852 respondenten, 835 Franstaligen (45,1%) en 1017 Nederlandstaligen (54,9%).
Meer vrouwen dan mannen beantwoordden de enquête: 56,2% vrouwen.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.