Werkloosheid gevreesd bij helft (jonge) artsen

Bij een stemming onder het talrijk opgekomen (vooral studenten-)publiek afgelopen zaterdag op het congres Medische Wereld bleek dat 49% de artsenwerkloosheid de eerstvolgende jaren ziet toenemen. Ook de kwestie van de honoraria werd aangesneden.

De vraag of (sub)quota moeten worden opgenomen in het volgende regeerakkoord, kon dan ook niet ontweken worden in het debat tussen de politieke kopstukken.

Bianca Debaets (CD&V) hamerde erop dat de Vlaamse overheid door te sturen vraag en aanbod nauw op elkaar moet afstemmen.

Voor Valerie Van Peel (N-VA) draaide de nu al 20 jaar durende strijd om tot een deftige contingentering te komen, weer uit op niets: “De onwil van de Franstaligen hier is onvoorstelbaar. Nu wij er de laatste maanden niet meer bij waren in de federale regering, werd het njet tegen de overtallige Franstalige studenten prompt geschrapt. Uiteraard zijn de quota alleen geen oplossing, maar op Vlaams niveau is er toch al een begin mee gemaakt.”

‘Rem op grootverdieners’

Voor de PVDA van Peter Mertens moet dringend ingegrepen worden bij de toplaag van de zowat 2.000 specialisten die buitensporig veel verdienen: “Daarop moet een rem gezet worden. De 20.000 specialisten daaronder mogen zeker goed hun boterham verdienen. Overigens blijft het belangrijkste van wie in de zorgsector werkt, de drive”, besloot hij.

Petra De Sutter ziet voor Groen als belangrijkste accent hier dat de intellectuele prestaties beter verloond moeten worden in vergelijking met de technische.

Werknemersstatuut

Ze beklemtoonde verder dat jonge artsen een volwaardig werknemersstatuut moeten krijgen. Met bescherming in geval van zwangerschap en werkloosheid. Maar daarop riposteerde Karin Jiroflée (sp.a) dat haar partijgenote Monica De Coninck er eerder al samen met Groen een wetsvoorstel over had neergelegd, maar dat er toen geen meerderheid voor te vinden was. “Tijdens de hoorzittingen in de Kamer hebben we toen gemerkt dat ook artsenkringen dat eigenlijk niet zien zitten.

Wie betaalt?

Maggie De Block: “Het statuut sui generis voor artsen in opleiding kwam tot stand in 1983. Toen wilden de artsen in opleiding geen volwaardig werknemersstatuut omdat er geen pensioenrechten werden opgebouwd. Toen praatten we over specialisaties van drie tot vier jaar, nu gaat het al om zes tot zeven jaar, wat meer doorweegt op je carrière. En eigenlijk gaat het ook wel op een speciale opleiding die niet volledig matcht met het werknemersstatuut. Maar het zou ons al ver brengen als we eerst voor die pensioenrechten zouden gaan. En dan moeten ze ook bijdragen tot alle takken van de sociale zekerheid. Maar wie zal dat betalen?  “Doen bijvoorbeeld de uniefs daarvoor hun duit in het zakje? De stagemeesters?”

Lees ook: rol-ziekenfondsen-zet-tegenstellingen-op-scherp-tussen-vlaamse-partijen

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Jacques GRUWEZ

    14 mei 2019

    Wat vertelt onze minister toch?
    Ik studeerde geneeskunde gedurende 7 jaar.Nu is het 6 jaar!!!!
    De opleidingstijd voor een Chirurg was 6 jaar. Nu is het nog steeds 6 jaar!
    De opleiding is dus NU korter ! ! !

    J.A.Gruwez