Het Europees Parlement heeft ingestemd met strengere normen voor luchtkwaliteit tegen 2030. Zo komen er lagere grenswaarden voor fijnstof, stikstofdioxide en zwaveldioxide. De wetgeving kadert in het Europese streven naar nulverontreiniging tegen het midden van de eeuw. Voor stikstofdioxide en fijnstofdeeltjes met een diameter kleiner dan 2,5 micrometer (PM2,5) worden de jaarlijks toegelaten grenswaarden tegen 2030 met meer dan de helft verlaagd in vergelijking met vandaag.

Aan de goedkeuring van deze wetgeving, die deel uitmaakt van de Green Deal, zijn harde onderhandelingen voorafgegaan. Tal van lidstaten pleitten voor minder bindende normen en brede uitzonderingsbepalingen.

Het uiteindelijke compromis bepaalt dat de lidstaten kunnen vragen om de deadline van 2030 tot tien jaar op te schuiven onder bepaalde voorwaarden, bijvoorbeeld wanneer de noodzakelijke reductie van de vervuilende stoffen enkel bereikt kan worden door een aanzienlijk deel van de bestaande verwarmingssystemen voor woningen te vervangen.

De tekst, goedgekeurd met 381 tegen 225 stemmen (17 onthoudingen), stelt ook meer meetpunten voor luchtkwaliteit in steden in het vooruitzicht. Een harmonisering van de indicatoren op het Europese grondgebied moet de gegevens duidelijker en beter vergelijkbaar maken.

Ten slotte bevat de richtlijn een versterkt recht op schadevergoeding, met name in het kader van collectieve vorderingen, voor burgers wiens gezondheid lijdt onder schendingen van de normen voor luchtkwaliteit. Luchtvervuiling is jaarlijks verantwoordelijk voor ongeveer 300.000 vroegtijdige overlijdens in de EU.