Wetenschappers van de Universiteit Gent hebben een nieuwe methode op punt gesteld om te achterhalen of iemand allergisch is aan huisstofmijt. De test, via het neusslijmvlies, kan een alternatief zijn voor de bestaande huid- of bloedtesten. Dat zegt de UGent vrijdag.
Ongeveer een op de drie Europeanen kampt met allergische rhinitis, klinkt het in het persbericht van de UGent. Symptomen zijn niezen, een loopneus en een verstopte neus. Oorzaak is een ontsteking van het neusslijmvlies door een allergische reactie, vaak op huisstofmijt.
"Wetenschappers van de Universiteit Gent en de Universiteit van Berlijn gebruikten een nieuwe betrouwbare methode met een biochip die tot vijftien componenten van huisstofmijt gelijktijdig kan meten in het neusvocht", zegt de UGent. "De voordelen van deze techniek zijn dat de allergie gemeten kan worden op de plaats waar de allergische ontsteking plaatsvindt, en dat er niet geprikt moet worden. De onderzoekers hopen dat deze methode een alternatief wordt voor bloedafname of huidpriktesten om de diagnose te stellen."
Nu bepalen artsen de diagnose nog door de patiënt diepgaand te bevragen over zijn klachten. Een bloedonderzoek of huidpriktest bepaalt vervolgens waaraan de patiënt allergisch is. Naast dat standaardonderzoek kan de hoeveelheid antilichamen voor huisstofmijt gemeten worden in neussecreties. Maar het probleem daarbij is dat de hoeveelheid antilichamen er erg laag is, besluit de UGent.