Vandenbroucke reduceert artsen tot marionetten van het beleid. Wie zwijgt, is medeplichtig (Dr S.Ward)

Een overgrote meerderheid van de Belgische artsen zegt het vertrouwen in minister Vandenbroucke op. De resultaten van de enquête van Medi-Sfeer en De Specialist zijn een krachtig signaal van het terrein. Als de kaderwet ongewijzigd wordt aangenomen, leidt dit onvermijdelijk tot een breuk tussen de medische wereld en de politiek.

Wat Vandenbroucke voorstelt als een “modernisering” van de gezondheidszorg, ervaren artsen als een aantasting van hun beroepseer. De kaderwet maakt komaf met overleg en samenwerking, en introduceert een bestuursmodel gebaseerd op wantrouwen en controle.

Volgens de enquête vindt 71% van de artsen dat de wet de vrije geneeskunde fundamenteel ondermijnt. Acht op de tien pleiten voor een volledige intrekking en herschrijving. Dit is niet zomaar wat geruis op de achtergrond, dit is massaal verzet.

Een van de kernpunten van de wet is de zogenaamde “opdrachtbrief”, die de regering de macht geeft om eenzijdig prioriteiten in de gezondheidszorg vast te leggen, nog vóór de overlegorganen zich hebben uitgesproken. Daarmee verliest het Verzekeringscomité zijn beslissingsmacht, en worden artsen herleid tot uitvoerders van politieke instructies.

Gemakzuchtige framing
De minister verantwoordt deze koers met woorden als “uitgavendiscipline”, “volumeoverschrijding” en “budgetcontrole”. De ondertoon is duidelijk: het zijn de artsen die het systeem onder druk zetten. Die negatieve framing is gemakzuchtig. De echte oorzaken van de stijgende uitgaven zijn structureel: een vergrijzende bevolking, toenemende complexiteit van zorgnoden en chronische onderfinanciering door de overheid.

De kaderwet is de volgende stap in de jarenlange erosie van het overlegmodel. Waar samenwerking plaats moet maken voor sturing, wordt nu elke vorm van inspraak verder ondergraven. Een schoolvoorbeeld daarvan is de koppeling van de financiering van artsensyndicaten aan het aandeel geconventioneerde leden.

De minister wil ook de bevoegdheid om ereloonsupplementen eenzijdig te beperken – zonder parlementair debat. En zelfs het RIZIV-nummer, de kern van de beroepsuitoefening, komt onder druk te staan. Voor een meerderheid van de artsen is die dreiging even verontrustend als de beperking van hun recht om zelf honoraria vast te leggen. Wat resteert, is een opgelegde uniformiteit die geen rekening houdt met realiteit, context of medische redelijkheid.

Jong talent wordt ontmoedigd
Minstens even verontrustend is de vaststelling dat 83% van de artsen in de enquête vreest dat het wetsontwerp jonge collega’s zal ontmoedigen om zich nog in België te vestigen of te blijven. In een context van groeiende artsentekorten, leidt het ontmoedigen van nieuw talent tot een structurele verzwakking van het systeem. Welke jonge arts wil nog instappen in een beroep waarin autonomie wordt verdreven door controle, en inzet wordt beantwoord met wantrouwen?

De gevolgen zullen zichtbaar worden bij de patiënt. Wanneer artsen ontmoedigd afhaken, instellingen onder druk komen en de aantrekkelijkheid van het beroep verdwijnt, ontstaat een tweesporenstelsel. Private zorg voor wie het zich kan veroorloven. Openbare zorg met langere wachttijden en minder keuzevrijheid voor wie dat niet kan.

Politiek weerwerk stelt teleur
Wat deze poging om artsen het zwijgen op te leggen extra wrang maakt, is het contrast met de retoriek van de minister zelf. Tijdens een recent parlementair debat beschuldigde Irina De Knop (Open Vld) hem van “Trumpiaans gedrag”: het overleg is een monoloog geworden en het beleid ademt wantrouwen. Vandenbroucke ontkende en beloofde overleg, maar op het terrein gebeurt het tegenovergestelde.

Op een paar parlementaire tussenkomsten na is het weerwerk van de coalitiepartners tot op heden teleurstellend. Wie neemt het vandaag op voor de artsen? Politieke partijen die Vandenbroucke laten begaan, zijn in zekere zin medeplichtig. Wie zwijgt, legitimeert een beleid dat breekt met de essentie van gezondheidszorg: vertrouwen, samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid.

Geen pionnen in een machtsspel
De enquête laat geen twijfel bestaan over de actiebereidheid van de artsen op het terrein. Artsen zijn dan ook geen pionnen in een machtsspel. Ze zijn bewakers van publieke gezondheid, vertrouwensfiguren voor patiënten, dragers van kennis én verantwoordelijkheid. De kaderwet miskent dat volledig en reduceert de artsen tot marionetten van het beleid.

Wat artsen vandaag vragen is geen bevoorrechte positie. Wat ze eisen, is fundamenteel respect. En daarover vallen geen compromissen te sluiten.

  • Urologist Andrologist MD, FEBU, FECSM

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Guido OP DE BEECK

    23 juni 2025

    Een nationale actie is al evident , maar wat gaan we doen? Een fysiek onderhoud met
    vdb himself moet men eisen . De sterkste en meest spraakvaardige artsen , maximum 3 ,
    leggen hem het vuur aan de schenen.
    En het gaat ALLEEN over de zorg en de patiënten.
    Een betoging is alleen sensationeel maar niet
    efficiënt.
    Een digitale petitie , ondertekend door alle echte dokters, mag wel breed gepromoot worden.
    Dit moet nu en snel georganiseerd worden aub
    Dr Op de Beeck Guido .Ekeren