”Deze hervorming is geen sociale maatregel, maar ondermijnt onze geneeskunde”  (dr. Myriam Struyven)

“Hoewel minister Vandenbroucke zijn nieuwe kaderwet voorstelt als een sociale maatregel rond ereloonsupplementen, raakt zijn plan aan de kern van het medische beroep. Hij dreigt de therapeutische vrijheid, zelfstandigheid van artsen en het overlegmodel te ondergraven, met een ongeziene machtsconcentratie bij de minister, onder meer via vetorecht, afschaffing van de gedifferentieerde conventie en beperkingen op supplementen en vakbondsvrijheid.”

Dat schrijft de Eeklose gynaecoloog Myriam Struyven die vindt dat de hervorming het werkveld marginaliseert en de democratische besluitvorming uitholt. “Overleg mag dan traag verlopen, het garandeert wél dat elke stem telt.”

“Als arts én burger verzet ik mij tegen het uithollen van fundamentele democratische rechten, zowel voor zorgverleners als voor patiënten. Hervormingen zijn welkom én noodzakelijk, maar moeten in overleg, met respect voor de complexiteit van de zorgpraktijk en voor alle betrokkenen. Zorg is geen puur economisch product, maar een menselijke aangelegenheid, in beide richtingen. Het statuut van arts als vrije beroeper – met zelfstandigheid in praktijkvoering en verantwoordelijkheid voor medische beslissingen – is essentieel voor kwalitatieve en onafhankelijke zorg. De voorgestelde hervorming dreigt deze autonomie uit te hollen en evolueert richting een gecentraliseerd model van verkapte loondienst onder staatscontrole, wat de zorgkwaliteit ernstig bedreigt.”

Impactanalyse 

I. Destructie overlegmodel

“De minister schaft de partiële conventie af, zodat combinatie van consultatievormen in verschillende structuren (privé- of openbaar ziekenhuis, privaat, andere) en differentiële verloning, zoals extra vergoeding voor avondconsultaties, in de samenleving een volkomen normaal gegeven, onmogelijk worden gemaakt. Niet-geconventioneerde artsen verliezen alle praktijkondersteuning en premies, een eenzijdige contractbreuk van verworvenheden uit oudere medicomutualistische akkoorden vanwege de overheid.”

“De minister ondermijnt de proportionaliteit van beslissingen in de conventie door zich het recht toe te kennen om de conventie van geneeskundig, en ervaringsdeskundig geïnformeerde deelnemers, evenals de patiëntenvertegenwoordigers, te kortsluiten. Twee voorbeelden uit het verleden hiervan zijn de schrapping van het nomenclatuurnummer voor plaatsing van een spiraaltje (pijnlijke, specifieke skill vragende, emotioneel ingrijpende prestatie) en de weigering om een cardio-CT hoger te vergoeden dan een gewone CT (duurder toestel, hogere expertise, diagnostische noodzaak voor kwalitatieve vrouwencardio).”

“De minister dwingt de artsensyndicaten om hun leden te forceren tot goedkeuring van de conventie, op straffe van verlies van subsidiëring, aldus dus feitelijke ‘conventiedwang’ invoerend. De stemkracht van vakbonden wordt zó afhankelijk van het aantal geconventioneerde leden.”

“De minister concentreert de macht bij hemzelf met vetorecht, kortsluiting van medicomutualistische conventie en het parlement, en zet zo bovendien de hele financiering van het gezondheidswerk op de helling (zie figuur 1 en 2 onderaan), wegens de afhankelijkheid van de ziekenhuisbudgetten van percentages op honoraria en supplementen door ziekenhuisonderfinanciering.”

“De financiële responsabilisering van mutualiteiten wordt versterkt om budgettaire resultaten te behalen: dat wordt vermeld maar niet uitgewerkt. Wat dát betekent, werd de laatste dagen duidelijk, met de verhoging van 7% van de mutualiteitensubsidies voor “administratieve kosten”, m.a.w. een deel van het gezondheidszorgbudget dat van de échte patiëntenzorg wordt afgeleid naar de administratie van ziekenfondsen.”

“Er worden maatregelen genomen om fraude en inefficiëntie in de gezondheidszorg aan te pakken.”

CONVENTIESTATUUT ARTSEN – OVERZICHT

Statuut Tarievenbeleid Toelichting
Geconventioneerd     Volgt officiële RIZIV-tarieven Overal vaste tarieven, geen supplementen
Gedeeltelijk geconventioneerd Volgt tarieven op bepaalde locaties Bv. wel in ziekenhuis, niet in privépraktijk
Niet-geconventioneerd Bepaalt tarieven zelf Vrij ereloon, meestal hogere tarieven

HUIDIG BUDGET EN VERDELING

  • 12 miljard vergoedingen
  • Begroting van 42 miljard RIZIV
  • 700 + 300 miljoen extra kosten (waarvan 40-100% naar ziekenhuizen gaat)

KADERWET VANDENBROUCKE

  • Het begrotingsproces voor de gezondheidszorg wordt gewijzigd om efficiënter te zijn en prioriteiten beter te kunnen stellen.
  • Er is een strikte tijdlijn voor het opstellen en goedkeuren van akkoorden tussen zorgverleners en verzekeringsinstellingen.
  • De mogelijkheid voor artsen en tandartsen om slechts gedeeltelijk toe te treden tot akkoorden wordt geschrapt.
  • Er worden nieuwe regels ingevoerd voor de samenstelling en werking van akkoordencommissies.
  • De digitale gegevensoverdracht tussen zorgverleners en verzekeringsinstellingen wordt verplicht gesteld.
  • Er wordt een maximum gesteld aan de ereloonsupplementen die zorgverleners kunnen aanrekenen.
  • De financiële responsabilisering van verzekeringsinstellingen wordt versterkt om budgettaire resultaten te behalen.
  • Er worden maatregelen genomen om fraude en inefficiëntie in de gezondheidszorg aan te pakken.

II. Rigide en sterk achterhaalde honoraria in verhouding met prestatie

“Zonder overleg en rigide nomenclatuurnummers en supplementen blijft geen ruimte meer voor individueel maatwerk in tijdsbesteding en werklocatie, ten nadele van het aanbod en dus van de patiënt. De dringende vraag vanwege de sector naar herijking van de nomenclatuurnummers, gewogen volgens tijd, complexiteit en verantwoordelijkheid wordt bovendien al jaren genegeerd. Essentiële zorg blijft zo onderbetaald of zelfs onbezoldigd, zodat de zorgverlener gedwongen wordt om minder tijd te besteden per patiënt. Essentiële taken voor kwaliteitszorg blijven ondergewaardeerd en vaak onbetaald.”

“Het onderscheid in consultatievergoeding tussen zogenaamd internistische en chirurgisch georiënteerde specialismen is achterhaald en discriminerend, maar nog steeds in de honorariumvalidatie ingebakken.”

III. Decennialang onthouden van indexaanpassing van de honoraria

“Al jaren volgen de honoraria de inflatie niet, met tot zes indexpunten onderwaardering nu, wat leidt tot een reëel inkomensverlies, ondermijning van de aantrekkelijkheid van het beroep en van wetenschappelijke updating. Het bemoeilijkt investeringen in zorgkwaliteit en  zorgt voor structurele dwang tot inkorting van de consultatietijd.” 

“De kloof wordt treffend zichtbaar in de vergelijking van consultatietarieven ten opzichte van de  levensduurte in België zelf én in andere Europese landen (grafiek).

“Bovendien hanteren alle statistieken Belgische bruto-tariefgegevens, niet-gecorrigeerd voor honoraria- en supplementenafdracht- en praktijkkosten. Voor Zweden en Frankrijk zijn de consultatietarieven geschat wegens ontbrekende uniforme cijfers.”

Het Belgische koopkrachtverlies bij artsen is geen alleenstaand geval, maar de situatie wordt problematisch als indexering structureel uitblijft.”

“Een duurzame honorering moet niet nivelleren, maar corrigeren en waarderen, mét bestrijding van de excessen, maar, ook met het toestaan van billijke supplementen.”

IV. Afroming hospitalisatie-inkomsten voor ziekenhuistekorten

“Het inkomensverschil tussen artsen en andere academici van hetzelfde niveau blijft groot: minimaal 40 tot 70% van het door de patiënt gepercipieerde honorarium gaat naar het ziekenhuis, zonder veel concrete zeggenschap voor artsen. Dit ondermijnt autonomie en motivatie, zeker in een context van toenemende forfaitaire financiering.”

“Ook gaat in veel ziekenhuizen het volledige bedrag boven 100% supplement volledig naar het ziekenhuis, wat de onterechte veralgemening van de beeldvorming van de “rijke” arts en woekersupplementen heel relatief maakt.”

“Wil men verdere uitstroom van jonge artsen naar administratie en het buitenland voorkomen, dan moet er veel meer respect komen voor de beroepsbeoefenaars, met absoluut begrip voor de vele valkuilen in het leven van de jonge arts.”

V. De andere actoren in het besparingsverhaal

“Ondertussen blijven drie andere partijen grotendeels buiten schot van de minister:

1) Ondergefinancierde ziekenhuizen verschuiven de druk naar artsen, die zorg moeten spreiden om budgetten te halen. Patiënten dragen zelden verantwoordelijkheid voor overconsumptie; een gedifferentieerde toegang tot niet-dringende zorg kan dat bijsturen.

2) Mutualiteiten controleren onvoldoende op ziekteverzuim en re-integratie binnen een duur en versnipperd systeem, dat o.a. met door overheidsgeld aangekochte vakantieresorts, concurreert voor het grootste patiëntenaandeel. Hun ambigue rol tegelijk als beoordelaar én uitbetaler van ziekteverzuim leidt tot belangenvermenging. Het gebrek aan onafhankelijke controle is hier waarschijnlijk niet helemaal conform de wet. Het Belgische model met meerdere ziekenfondsen is complex, versnipperd en duur.”

“Vergeleken met landen als Zweden, waar één publieke instantie verantwoordelijk is voor opvolging en re-integratie, presteert België trager en minder efficiënt – en dat tegen een hogere kost (zie figuur 6 en 7).”

3) De responsabilisering van patiënten blijft een blinde vlek.

  • Overconsumptie van zorg wordt nauwelijks aangepakt; hoger remgeld voor niet-dringende consulten buiten de werkuren en op spoed blijft politiek onbespreekbaar.
  • Het aantal VT-patiënten stijgt tot 1 op 5 Belgen, vaak zonder strikte controle, wat leidt tot overconsumptie van zorg, niet respecteren van consultatie-afspraken, meer werklast ten koste van de werkelijke noden en budgettaire druk.
  • België telt uitzonderlijk veel langdurig zieken, wat wijst op structurele problemen  zoals een lage uitstroom, zwakke re-integratie, beperkte werkgeversverantwoordelijkheid en een genereus, niet sterk gecontroleerd uitkeringssysteem. Hier bieden gerichte ingrepen duidelijke besparingskansen voor sociale zekerheid en gezondheidszorg zelf.

Want opnieuw scoren we niet goed ten opzichte van het buitenland en daarin schuilt ook de oplossing: 65% langdurig zieken zijn arbeiders (vaak lichamelijke klachten); ruim 62% psychische aandoeningen bij zelfstandigen (2017–2022); risicosectoren: landbouw, ambacht, transport, schoonmaak; psychische klachten: vaker bij jongeren en vrouwen.”

Mijnheer de Minister, 

“De geplande hervorming van de artsenhonoraria heeft een impact op álle artsen en patiënten,  ook op zij die dagelijks garant staan voor kwalitatieve, toegankelijke en tijdsintensieve zorg. Als beleidsmaker begrijpt u ongetwijfeld dat een uniforme plafonnering geen recht doet aan de complexiteit van het medisch beroep. Daarom vragen wij geen status quo, maar dringende finalisering van een doordachte herijking. Hieronder formuleren wij zeven concrete werkpunten als basis voor een rechtvaardige en duurzame hervorming van de gezondheidszorg.

1. Geef ons een herijking van de honoraria via een gedifferentieerd systeem dat rekening houdt met aard, duur en complexiteit van de prestaties. Vermijd dat jonge artsen, deeltijdswerkenden of zwaar belaste specialismen verder worden ontmoedigd. 

2. Beperk overconsumptie via gerichte responsabilisering zonder kwetsbaren te treffen. Verhoog het remgeld voor niet-dringende avond- en weekendzorg, en indexeer het standaardremgeld naar Nederlands voorbeeld. 

3. Vervang het versnipperde mutualiteitensysteem. Eén publiek controle- en opvolgorgaan, zoals in Zweden, zou transparanter, efficiënter én goedkoper zijn, en tegelijk het belangenconflict bij de ziekenfondsen oplossen. 

4. Behoud en versterk de inspraak van artsen. De medicomut moet hervormd worden, niet uitgehold. Inspraak van artsen is essentieel. 

5. Beperk overconsumptie van technische prestaties via nomenclatuurregels. Stel duidelijke indicaties, herhalingstermijnen en kwalificatievereisten in voor vaak uitgevoerde handelingen. Overweeg ook leeftijds- en opleidingscriteria in voorschrijfmogelijkheden van technische onderzoeken, zonder afbreuk te doen aan de klinische vrijheid. 

6. Investeer in het werkveld via ondersteuning van werk en gezin. Faciliteer werkhervatting en reduceer langdurige ziekte. Investeer in brede, privaat-publiek ondersteunde kinderopvang en verhoog de responsabilisering van werkgevers. 

7. Investeer in digitale gezondheid via een sociale kruispuntbank. Werk aan een geïntegreerd digitaal gezondheidsecosysteem volgens de strategie van de WHO (WHO, 2020–2025), dat naast eHealth ook AI, big data en voorspellende analyse inzet voor volksgezondheid, innovatie en paraatheid.”

“Tot slot: wees voorzichtig met eenzijdige hervormingen. België beschikt nog steeds over een van de meest performante zorgsystemen ter wereld. Maar zoals de OESO opmerkt, daalt onze relatieve positie in internationale statistieken. Hervormen is nodig – maar zonder de fout te herhalen die men in het onderwijs maakte, waar men uitsluitend naar academici luisterde. Hun goedbedoelde experimenten, los van het werkveld, leidden tot een pijlsnelle daling van de onderwijskwaliteit. 

Besparen om te besparen schaadt de zorgkwaliteit en dus de gezondheid van de bevolking, en kost dus op lange termijn alleen een veelvoud van het beoogde.”

Tabellen en grafieken kunnen worden opgevraagd bij de redactie.

Figuur 1: Evolutie artsenhonoraria versus loonindex België (2014–2025)

Figuur 2: De vergelijking met Nederland voor gemiddelde honoraria

Figuur 3: Vergelijking honoraria BE–NL–SE–FR volgens OESO

Figuur 4: Daartegenover staan Oeso-cijfers van 2023, die vollediger zijn: reële koopkracht artsen B kosten)

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Christophe Breusegem

    03 juli 2025

    Eens met jouw aangehaalde punten en suggesties Myriam Struyven
    Responsabilisering van patiënten is nodig: verhogen remgeld
    Ook de onkost die onze maatschappij betaald voor 5 verschillende ziekenfondsen…:
    Het kan efficiënter
    Stop aan politieke benoemingen en weddes bij Solidaris ea

    Durft onze minister bovenstaande ‘echte hervormingen’ te doen?

  • Michèle GOESSENS

    03 juli 2025

    Geachte collega,
    Dank; heb dit met aandacht en waardering gelezen.
    Eindelijk ook een collega die het heeft over de responsabilisering vd patiënt en de nood aan triage voor niet dringende zorg in weekend en avond . Alsook eindelijk het aankaarten wat het nut is van de verzuiling van mutualiteiten en aanbod aldaar van allerlei lokmiddelen om klanten te sprokkelen.
    Ook de “ gratis” geneeskunde voor een onbegrijpelijk groot aandeel patienten tov onze buurlanden.
    Hopelijk wordt dit alles wat u aanhaalde meegenomen en is er eindelijk politieke moed en daadkracht om dit aan te pakken.
    Met respect,
    Michele Goessens

    Ps: is er nu al eindelijk eens een opleiding triageverpleegkundige in ons land ..?