Vaccinatie wekt antistoffen op in neus als eerste barrière tegen coronavirus

Onderzoekers van het UZ Gent en het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) hebben de aanmaak van COVID-19-antilichamen in de neus bestudeerd. 78,3% van de studiedeelnemers bouwde na hun vaccinatie op die plaats antilichamen op. Die antilichamen in de neus kunnen een belangrijke rem zijn op infectie en verspreiding. 

‘Het coronavirus dringt ons lichaam binnen via de bovenste luchtwegen,’ legt neus-, keel- en oorarts prof. dr. Philippe Gevaert uit. ‘Neutraliserende antilichamen in ons bloed maken het virus onschadelijk door de binding van de spike-eiwitten aan de menselijke cellen te blokkeren. Als de antilichamen ook ter hoogte van de neus aanwezig zijn, kunnen ze daar al een eerste barrière vormen tegen het binnendringen van het virus. Het is dus belangrijk om ook in de neus de reactie op een infectie en vaccinatie te onderzoeken.’ 

Meeste antilichamen in de neus na Pfizer-vaccinatie

Bij 46 studiedeelnemers werden twee keer het bloed en de neus bestudeerd: net voor de eerste vaccinatie met Pfizer of AstraZeneca en 13 tot 40 dagen na de tweede vaccinatie. 23 deelnemers maakten voor hun vaccinatie een infectie door. Net voor hun eerste vaccinatie vertoonde slechts 17,4% van hen antilichamen in de neus.

Na volledige vaccinatie bouwde 78,3% van alle deelnemers antilichamen op in de neus. De deelnemers die Pfizer kregen, vertoonden vaker antilichamen (96%) dan de deelnemers die AstraZeneca kregen (59%). Ook vertoonden de lokale antilichamen bij Pfizer een sterkere neutralisatie van het virale spike-eiwit dan bij AstraZeneca. Een doorgemaakte COVID-19-infectie had geen invloed op de resultaten.

De bloedanalyse vertoonde een zelfde hoeveelheid antilichamen bij beide vaccinatiegroepen.

Vervolg van de studie

Waarom het ene vaccin vaker antistoffen opwekt in de neus dan het andere, is nog niet duidelijk. ‘De verklaring ligt mogelijk bij een verschillende tijdspanne tussen de twee dosissen of bij een verschillende werking van de vaccins,’ vermoedt infectioloog prof. dr. Linos Vandekerckhove (foto). ‘Tijdens een opvolgstudie zullen we de verdere evolutie van de antilichaamrespons in het bloed en in de neus in kaart brengen. We hopen zo meer duidelijkheid te krijgen.’

De wetenschappelijke publicatie werd aanvaard na peer review in het tijdschrift “ALLERGY” Impact factor:13.146. 2020 Journal Citation Reports (Clarivate Analytics): 1/28 (Allergy) 9/162 (Immunology).

Online ISSN:1398-9995

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.