De resultaten van een levertransplantatie met een donor die aan euthanasie overleed zijn even goed als met wie aan een hartstilstand stierf. Transplantatie uit een hersendode levert evenwel nog steeds de beste resultaten op. Dat blijkt uit een internationale studie waarover De Standaard bericht. Transplantatiechirurg Frederik Berrevoet (UZ Gent) bevestigt de resultaten.
Orgaandonatie na euthanasie komt wegens de beperkingen momenteel slechts mondjesmaat voor. Het is overigens in ons land slechts sinds 2005 toegestaan, in Nederland is dat het geval sinds 2012. Mensen die een euthanasieverzoek indienden wegens zenuw- en spieraandoeningen of psychische aandoeningen komen in dat geval in aanmerking voor een transplantatie, maar dat is bijvoorbeeld niet het geval bij kanker wegens het risico op uitzaaiingen. Er is ook een praktisch bezwaar omdat de euthanasie in dat geval in het ziekenhuis moet plaatsvinden en de nabestaanden hooguit vijf minuten tijd hebben om afscheid te nemen vooraleer de overledene naar de operatiekamer wordt gebracht.
Uit een vergelijking tussen 47 levertransplantaties na euthanasie en meer dan 500 dergelijke ingrepen met 'gewone donoren' blijkt dat de resultaten vergelijkbaar zijn als het gaat om een overlijden na een hartstilstand. Dat bleek eerder ook al uit ander onderzoek voor longtransplantaties. Omdat de doorbloeding bij een hersendode donor langer intact blijft zijn de resultaten in dat geval echter beter. Het hart transplanteren kan om die reden ook enkel met hersendode donoren. Van een persoon die zijn organen doneert na euthanasie kunnen wel de longen, lever, nieren en alvleesklier worden getransplanteerd.