Mondmaskerplicht voor artsen in hun praktijk: naar een eenvormig beleid (Orde)

De nationale raad van de Orde der artsen onderzocht in zijn vergadering van 17 september 2022 de vraag  of de arts deontologisch verplicht is een mondmasker te dragen in zijn dokterspraktijk (inclusief de wachtkamer). Dat als preventiemaatregel om de verdere circulatie van het coronavirus te verhinderen.

In de ziekenhuizen en de zorginstellingen is elke arts wettelijk verplicht een mondmasker te dragen. Deze regelgeving geldt voor het hele Belgische grondgebied.

Daarnaast zijn de huisarts en de arts-specialist met een privépraktijk in Wallonië en Brussel, wettelijk verplicht een mondmasker te dragen in hun dokterspraktijk. In Vlaanderen geldt deze wettelijke verplichting niet.

Het wettelijk beleid omtrent de verplichting tot het dragen van een mondmasker voor de huisarts en de specialist met een privépraktijk verschilt aldus naargelang de regio. Nochtans gaat dit verschil in beleid niet samen met de incidentie van het aantal gevallen per regio. De nationale raad pleit bijgevolg voor één uniform beleid voor gans België.

Los van de wettelijke verplichting, behoort de preventiemaatregel van het dragen van een mondmasker in de praktijkruimte ook tot één van de plichten van medische deontologie. De aandacht voor het Coronavirus mag maatschappelijk dan wel sterk gedaald zijn, evenals de vele maatregelen rond de beperking van contacten en quarantaine, het virus circuleert nog steeds en het blijft de taak van de arts om waakzaam te zijn en de gezondheid van elke patiënt te beschermen.

Zolang de wetenschappelijke instanties het dragen van het mondmasker in de praktijkruimte  aanbevelen, heeft elke arts de deontologische plicht deze maatregel op te volgen, op basis van de Code van medische deontologie.

De preventiemaatregel van het dragen van een mondmasker draagt bij tot:

- de bescherming van de gezondheid van de patiënt, in het bijzonder de patiënt die tot de risicogroep behoort door hoge leeftijd of onderliggende aandoening (art. 5, Code van medische deontologie);

- de bescherming van de gezondheid van de arts, die dient in te staan voor de zorgcontinuïteit  (artt. 8, 10 en 13, Code van medische deontologie);

- de zorgkwaliteit (artt. 3 en 8, Code van medische deontologie);

- de veiligheid van de patiënt (artt. 9 en 39, Code van medische deontologie);

- en de verhindering van de verdere circulatie van het Coronavirus (artt. 4 en 5, Code van medische deontologie).

Deze maatregel wordt door de nationale raad geacht proportioneel te zijn aan het beoogde doel.

De arts mag daarnaast, ter bescherming van de andere patiënten en zijn eigen gezondheid, vragen aan de patiënt om eveneens een mondmasker te dragen wanneer deze laatste de praktijk betreedt.

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.