Ziekenhuizen die voldoende bedden voor coronapatiënten op intensieve zorg kunnen voorzien, eventueel patiënten uit andere ziekenhuizen kunnen opnemen én nog altijd niet-dringende zorg kunnen verstrekken aan hun patiënten, mogen dat doen. Dat zegt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit).

Het Hospital Transport Surge Capacity Committee, kortweg HTSC, liet de ziekenhuizen dinsdag via een brief weten dat ze alle niet-dringende zorg met twee weken moeten uitstellen. Om de toestroom van coronapatiënten op te vangen moeten ze zich immers voorbereiden om 60 procent van de bedden op de afdelingen intensieve zorg vrij te maken voor coronapatiënten. Een zware dobber voor veel artsen en ziekenhuizen, bleek.

Het HTSC, dat losstaat van de politiek en bestaat uit onder meer de zorgkoepels, ziekenhuisorganisaties, experten en de administratie volksgezondheid, heeft zich woensdag echter nog eens over de situatie gebogen en heeft de richtlijnen verduidelijkt.

Volgens minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke moeten de ziekenhuizen de helft van hun IC-bedden voorbehouden aan coronapatiënten, zich voorbereiden op een percentage van 60 procent en ook meewerken aan de solidariteit tussen ziekenhuizen door eventueel patiënten uit andere instellingen over te nemen. Maar als de ziekenhuizen dat allemaal kunnen garanderen, mogen ze tegelijkertijd ook nog andere niet-dringende zorg leveren aan patiënten, legde de minister uit.

Het HTSC heeft dat woensdagmiddag ook zo gecommuniceerd aan de ziekenhuizen, zei hij.