Op de Werelddag tegen Hondsdolheid herinnert het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) dierenliefhebbers aan het gevaar van het virus, een van de dodelijkste ter wereld.

Sinds begin dit jaar werden al 41 uitbraken in Europa gemeld, voornamelijk in Polen en een aantal in Roemenië. De meeste gevallen hadden betrekking op wilde dieren zoals vossen, maar bij tien procent van de uitbraken waren ook honden en katten betrokken.

Jaarlijks sterven nog steeds tienduizenden mensen aan de ziekte, die meestal wordt opgelopen door een hondenbeet. Veertig procent van de slachtoffers is jonger dan vijftien jaar. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wil dat tegen 2030 geen enkel mens meer door het virus sterft.

Daarom mogen er geen risico's worden genomen door bijvoorbeeld dieren uit een besmet gebied mee te nemen naar België, stelt het FAVV. De vaccinatie tegen hondsdolheid is niet verplicht in ons land, behalve voor wie zijn hond of kat meeneemt naar het buitenland. Omgekeerd moet ook iedereen die een hond of kat meebrengt naar België het dier eerst laten vaccineren.

Verder benadrukt het FAVV enkele belangrijke regels. Zo raadt het aan om contact te vermijden tussen huisdieren en wilde dieren uit landen waar hondsdolheid nog voorkomt. Bovendien is dieren meebrengen van buiten de Europese Unie uit den boze, tenzij ze voldoen aan de invoervoorwaarden.

Samen met de douanediensten ziet het FAVV toe op de correcte naleving van de invoer. Ook aan het reizen met (huis)dieren hangen heel wat regels vast. Zo moet het dier correct gevaccineerd zijn tegen hondsdolheid, moet het beschikken over een microchip en een geldig indentificatiedocument. Verder zijn er afhankelijk van de bestemming, zowel binnen als buiten de EU, nog bijkomende voorwaarden.

"Dankzij de grote inspanningen in het verleden is ons land sinds 2001 vrij van rabiës", zegt David Clarinval, minister van Landbouw (MR). "Daarom kan geen enkel risico worden genomen, niet enkel in het belang voor onze bevolking maar ook voor onze dieren."