Van de patiënten die met COVID-19 in het ziekenhuis liggen, heeft bijna drie vierde al een eerdere aandoening. Dat blijkt uit het epidemiologisch bulletin van het Belgisch gezondheidsinstituut Sciensano.
De statistieken zijn gebaseerd op een groep van 1.286 gehospitaliseerde patiënten met een bevestigde besmetting met het coronavirus. Sommige van de patiënten kunnen meerdere voorgaande aandoeningen hebben.
Uit de gegevens blijkt dat 26,5 procent van de patiënten niet leed aan een eerdere aandoening. Mensen met een hoge bloeddruk (hypertensie) vertegenwoordigen de grootste groep: van alle patiënten vertoonde 35,5 procent die comorbiditeit. Daarnaast leed onder meer 28,5 procent van de patiënten aan hart- en vaatziekten, 19,6 procent aan diabetes en 16,3 procent aan een chronische longziekte.
Niet verrassend stijgt het voorkomen van eerdere aandoeningen met de leeftijd. Terwijl in de groep tot en met 44 jaar (172 patiënten) 60,5 procent geen eerdere aandoening had, daalt dat aandeel tot 41,4 procent bij de 45- tot 64-jarigen (355 patiënten) en tot slechts 11,5 procent bij de 65-plussers (740 patiënten).
Zowel bij de 45- tot 64-jarigen als bij de 65-plussers vormen hypertensie, hart- en vaatziekten en diabetes de top drie van voorafbestaande comorbiditeiten. Bij de patiënten jonger dan 45 jaar komen chronische longziekten op de eerste plaats (8,1 procent), gevold door hypertensie (7 procent) en diabetes (6,4 procent).