Zaak Chovanec: spoedartsen reageren zeer kritisch op politierichtlijn

Vijf weken na het uitlekken van de bewakingsbeelden uit de politiecel van Jozef Chovanec, vaardigt de politietop een richtlijn uit: "Wie zeer agressief is en symptomen vertoont van het zogenaamde "excited delirium syndroom", mag niet meer worden opgesloten in een cel, maar moet meteen worden overgebracht naar de spoeddienst van het ziekenhuis. Dr. Jan Stroobants van de beroepsvereniging spoedartsen reageert kritisch.
 
De richtlijn zegt dus dat mensen die zeer agressief zijn en symptomen vertonen van het zogenaamde  "excited delirium syndroom" beter niet in een politiecel terechtkomen en zo snel mogelijk moeten worden overgebracht naar de spoeddiensten van het ziekenhuis, onder begeleiding van een MUG-arts.

"Ze zijn ziek en hun leven is in gevaar, dus de hulpdiensten moeten zo snel mogelijk worden verwittigd", luidt het. In de richtlijn staat er ook dat de Officier Bestuurlijke Politie steeds ter plaatse moet komen, dat de spoedarts de persoon in kwestie zo snel mogelijk grondig moet onderzoeken, dat de poltieagenten zelf rustig moeten blijven en dat ze langdurig fysiek contact moeten vermijden. 

Ter herinnering: bij de politie-interventie van Chovanec duurde het bijna vier uur vooraleer de spoedarts ter plaatse kwam. De arts heeft Chovanec ook amper onderzocht: hij ging de cel niet binnen en vroeg van op de gang of alles oké was. Er was ook geen Officier Bestuurlijke Politie en op de bewakingsbeelden was te zien hoe een agent zestien minuten lang op hem heeft gezeten.

Ronddraaien in een cirkeltje

Jan Stroobants, voorzitter van Belgische Vereniging van Spoedartsen, reageert erg kritisch op de richtlijn. "De spoeddiensten zijn hier niet klaar voor", zei hij in "De ochtend" op Radio 1.
"De geschiedenis herhaalt zich: we hebben tien jaar geleden al een schokgolf meegemaakt na het overlijden van Jonathan Jacob. Er waren toen heel wat vergaderingen met politie, parket, psychiaters en spoeddiensten. De conclusie toen? Er is nood aan medische units in een gevangeniscontext of een gevangenisunit in een ziekenhuis. Het is niet zo simpel om zo'n mensen zo maar naar een spoeddienst te brengen: ze zetten de hele boel op stelten en hebben nood aan continue begeleiding van verpleging en artsen. Terwijl andere patiënten intussen wat aan hun lot worden overgelaten. Dus hebben we meer resources nodig en eventueel architecturale aanpassingen. We moeten daarmee niet lichtzinnig omgaan. Hen bijvoorbeeld zomaar chemisch van hun vrijheid beroven, heeft ook verregaande implicaties waarrond nu nog een grijze zone bestaat. Dat vergt een duidelijk wetgevend kader dat zowel die mensen, zorgverleners als de politie beschermt."
 
Ook na het overlijden van Jonathan Jacob werden in 2013 aanbevelingen overgemaakt aan de overheid. Volgens dr. Stroobants zonder gevolg. "We wachten nog altijd op antwoorden de vragen die we zeven jaar geleden hebben gesteld, we zullen de brief met aanbevelingen dus nog eens opsturen."

Wél isolatiecel

Andere spoedartsen, zoals Ignace Demeyer van het OLV- ziekenhuis uit Aalst, zeggen wel dat alle spoeddiensten sinds het overlijden van Jonathan Jacob over een isolatiecel beschikken. Dr. Demeyer onderstreept het belang van een goede samenwerking tussen politie en spoedartsen.

> Lees ook: Zaak Chovanec: hoe vooroordelen de zorgkwaliteit beïnvloeden
 
 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.