Vandaag verscheen het besluit van Vlaamse regering (23 april 2020) in Het Staatsblad over de extra steun van 200.000 euro voor de Nederlandstalige Brusselse huisartsenkring. Dat onder meer voor de aanpak van covid-19 en de organisatie van de test- en triagecentra. Het bedrag moet de capaciteitsbehoefte van de Nederlandstalige zorgverlening in Brussel verstevigen.

De Vlaamse regering hoopt dat deze middelen de zorg voor Nederlandstalige personen met een zorg- en ondersteuningsvraag zullen verbeteren. "Door die investering wordt de Brusselnorm ruimschoots vervuld", heet het. Of zwaaien met centen voldoende zal zijn om die noden effectief te lenigen, is in het verleden evenwel niet altijd de oplossing gebleken.

Alvast aan de (tijdige) uitkering van de middelen wil de Vlaamse regering wat veranderen. "De huisartsenkringen ontvangen hun werkingsmiddelen met één jaar vertraging. Die werkwijze is een erfenis uit het verleden. In werkingsjaar 2020 is daarvoor in een correctie voorzien. Vanaf 2021 zullen de werkingsmiddelen uitbetaald worden conform de werkwijze van de Vlaamse overheid. In 2020 ontvangen de huisartsenkringen zowel de werkingsmiddelen van 2019 als de werkingsmiddelen van 2020."

Tegelijk lijkt de overheid zich sterker te bemoeien met de grenzen van een huisartsenzone: "Bij elk voorstel tot wijziging van een huisartsenzone (...), waarbij de grenzen van een eerstelijnszone worden overschreden, winnen de huisartsenkringen in kwestie voorafgaand aan de aanvraag tot wijziging van de huisartsenzone het advies in van de zorgraden van de eerstelijnszones in kwestie." Argumentatie is onder meer de zorgcontinuïteit.

Om de subsidie van 200.000 euro te krijgen, stelt de huisartsenkring een beleidsplan op met operationele doelstellingen dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het agentschap. Die operationele doelstellingen worden uitgewerkt in een jaarlijks actieplan dat wordt bezorgd aan het agentschap uiterlijk zestig dagen voor de eerste dag van een nieuw werkingsjaar.
Minister Beke kan de nadere vorm en inhoud van het beleidsplan en actieplan bepalen.

De subsidie wordt uitbetaald in een voorschot van 90% en een saldo van 10%. Het voorschot wordt uitgekeerd voor het einde van de maand mei van het werkingsjaar. Het saldo wordt uitbetaald voor het einde van de maand september in het jaar dat volgt op het subsidiejaar in kwestie en na de indiening en goedkeuring van de financiële verantwoording van het werkingsjaar in kwestie.

> Lees ook: harde kritiek van N-VA op ggc