“Groepspraktijk niet zaligmakend, maar stimuleert om het vol te houden” (Lieve Peremans)

Een onderzoek naar de jobtevredenheid van huisartsen liep in acht Europese landen, waaronder België, onder meer onder supervisie van Prof. Lieve Peremans (UA). Een conclusie was dat huisartsen graag meer samenwerken. Maar betekent dat dat ze effectief ook naar groepspraktijken willen? We vroegen het haar op de vrouw af. 

Lieve Peremans (Centrum huisartsgeneeskunde UA, zelf werkend in een groepspraktijk): “De meeste ondervraagden pleiten volgens het onderzoek voor een groepspraktijk, om het vol te houden. Heel belangrijk is dat het klikt tussen de collega’s en dezelfde visie aanhangen. Maar een groepspraktijk is daarom niet het enige zaligmakende model, wel meestal een stimulans om niet uit het beroep te stappen.”

Zaten bij de geselecteerde groep van 183 huisartsen ook solo-huisartsen?

“Doorgaans ging het om huisartsen die al langer in het beroep stonden. Een solo-arts was er ook bij in België (nvdr. zeven interviews, en alleen in Vlaanderen) en in Frankrijk was er een heel grote mix van allerlei praktijken met heel wat solo-artsen. De Belgische solo-arts vond het voor hem essentieel dat hij ook aan de slag was als opleider, wat veel voldoening verschafte. Dat hielp hem om in het vak te blijven. In al die landen bleek een uitdaging naast het dagelijkse werk als huisarts uitermate belangrijk. Dit onderzoek past ook in een doctoraal proefschrift dat, door een Fransman geschreven en weldra aan onze universiteit verdedigd. Vandaar proportioneel meer Franse huisartsen die ondervraagd werden.”

De rol van universiteiten en overheid wordt beklemtoond om de jobvoldoening van huisartsen te garanderen, besluit het onderzoek. En de syndicaten?

“We vroegen  niet naar de rol van syndicaten omdat dat aspect zeer contextgebonden is. In sommige landen bestaan die nauwelijks. We gingen echt naar de gemene deler. Voor ons land kunnen die syndicaten zeker mee een invloed hebben, vooral om multidisciplinaire praktijken te promoten en voor het Impulseo-verhaal. Verder moet er een krachtig signaal komen voor de subquota: we leiden te veel specialisten op. Voor elke drie huisartsen die nu stoppen, komt er maar één nieuwe in de plaats. En de artsen die vandaag stoppen, draaien vaak veel meer uren dan de jongere collega’s. Dus is het vijf voor twaalf.”

“Gaat het dan niet om een selffulfilling prophecy? De overheid promootte praktijken die draaien van 9 tot 5. Met als gevolg patiëntenstops (nvdr: ook de groepsprakijk van dr. Peremans kent tijdelijk een patiëntenstop).”

“Ja, maar de huisartsgeneeskunde is ook sterk geëvolueerd. Aandoeningen en therapieën en kwaliteitseisen zijn een stuk complexer. Mensen moeten het ook kunnen volhouden. Ik heb de tijd meegemaakt dat je moest harken om patiënten te hebben, maar nu zit je met bomvolle wachtkamers.”

Zijn die subquota een oplossing?

“Mogelijk wel. Maar je kunt niemand dwingen. En er blijft het imagoprobleem: iemand wordt ‘maar’ huisarts, lijkt het. Specialisten staan in hoger aanzien. We moeten een signaal geven dat een huisarts heel belangrijk en waardevol is. En verder zijn intrinsieke eigenschappen zeer belangrijk terwijl het toelatingsexamen vooral op positivistische kwaliteiten selecteert. Die laatste categorie is minder huisartsgericht.”

We stevenen af op een tekort, zegt u ook, maar met een numerus fixus nu laten we in Vlaaderen zelfs geslaagden voor het toelatingsexamen aan de kant.

“Het probleem zit hem niet in de numerus fixus, wel in de verdeling huisartsen-specialisten. Dat moet financieel bijgestuurd worden. We leiden te veel orthopedisten op, chirurgen, technische disciplines… die werkloos dreigen te worden.”

Maar ligt de oorzaak daarvoor ook niet bij de universiteiten?

“Dat is heel dubbel. Ziekenhuizen hebben assistenten nodig maar nadien krijgen die een koude douche als ze na hun assistentschap niet aan de bak geraken. Dat is het perverse van het systeem.”

Wat is volgens u de uitweg?

"De ziekenhuisfinanciering is te prestatiegebonden, maar dat is een andere discussie. Alles hangt aan elkaar vast en het ligt politiek niet gemakkelijk.”

> Lees ook: Huisarts wil met collega's kunnen discussiëren (onderzoek)

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.