“Financieringslogica huisartsen en CRA’s in WZC’s aan herziening toe”

“Er zijn al heel veel hervormingen in de sector van de woonzorgcentra doorgevoerd, denk maar aan vroegtijdige zorgplanning. Maar heel de nomenclatuur is duidelijk aan herziening toe. Voor coördinerend raadgevend artsen (CRA’s) is al jaren aangeklaagd dat de vergoedingen te laag en te beperkt zijn. De taakomschrijving van de CRA is aan een update toe.”

“Deze problemen worden al minstens een decennium gesignaleerd. Mijn collega Jan De Lepeleire, die intussen stilaan tegen zijn pensioen aan zit, zegt dat dit zelfs al sinds de jaren 90 wordt aangekaart. Voorstellen van toen om zich te wapenen tegen een uitbraak van een bacterie in WZC’s horen daarbij.” Dat zegt dr. Gijs Van Pottelbergh (foto), CRA van twee rusthuizen in Leuven. Hij zal hierover een uiteenzetting geven op de Geneeskundige Dagen van Antwerpen.

In alle voorstellen staat dat de capaciteit, de permanentie van zo’n rusthuis/WZC naar omhoog moet. “Daarover zal gesproken moeten worden. In elk verhaal zullen er zeker meer verpleegkundigen nodig zijn. Wegens de complexiteit van de zorg maar ook wegens wat gebeurd is door de pandemie. Die toonde duidelijk de zwakke punten schrijnend aan: op bepaalde momenten waren er op sommige afdelingen geen verpleegkundigen beschikbaar. Als plots tien mensen complexe zorg nodig hebben, vallen er gaten. Maar voordien bestonden die problemen ook al wanneer bijvoorbeeld op een afdeling twee of drie mensen stervend waren en iemand van een andere verdieping gebeld moet worden. Die situatie bestaat al 30 jaar en nu vraagt iedereen zich af of dat nog van deze tijd is”, legt dr. Van Pottelbergh nog eens de vinger op de wonde.

Of de sterke vermarkting van de sector van begin deze eeuw, zonder voldoende toezicht van de overheid, hiermee te maken heeft? “Ik werk zelf ook in centra waarin marktmechanismen zeker aanwezig zijn, maar om de problemen alleen daaraan te wijten, dat gaat me te ver. Het gaat ook en vooral om een financieringslogica. Wij als huisartsen worden nog altijd betaald voor een huisbezoek in rusthuizen. Maar of dat nu een tijdsintensief huisbezoek is in het teken van een zorgplanningsgesprek, of een ander?”

“Palliatieve begeleiding is al evenzeer complex maar deze regeling is nog hetzelfde als wat decennia geleden is afgesproken.”

“Voor CRA’s is al jaren aangeklaagd dat de vergoedingen te laag en te beperkt zijn. De taakomschrijving van de CRA is aan een update toe. De vermarkting is dus maar een klein deel van het verhaal.”

Dokter Van Pottelbergh heeft de indruk dat er bij het beleid maar weinigen op de hoogte waren van wat er in de WZC’s gebeurde. Er zijn volgens hem dingen beslist die geen steek houden. Zo moest een CRA ook maar het personeel gaan testen wat niet zijn bevoegdheid is, maar die van een arbeidsarts. “Er zijn inderdaad heel wat vragen over dat toezicht houden”, besluit hij. De gelegenheid om er niet alleen een hartig woordje over te praten op de studiedag, maar voor het beleid zeker om er eindelijk wat aan te doen.

> Lees ook: GDA, speciale omstandigheden, speciale editie

> 30 huisartsen mogen het komen uitleggen (verklaring prestaties WZC's)

 

 

 

  • Geneeskundige Dagen van Antwerpen met als thema geriatrie: meer info vindt u hier.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Frederik Kao

    03 september 2020

    De laatste maanden duiken regelmatig oproepen op om premies toe te kennen aan CRA’s voor hun extra werk tijdens de COVID19-pandemie. Deze dubbele agenda zou erin bestaan dat in één keer ook de financiering van CRA’s grondig zou veranderd worden en de CRA-taken en de medische taken van de CRA (visites aan patiënten-rusthuisbewoners) zouden in één forfait gestoken worden. Ik heb fundamentele bedenkingen op zowel de extra premies voor CRA’s; als op dit onder dwang opgelegde forfaitaire model.

    Extra geld? Laat maar!

    Ik ben CRA in een rusthuis alwaar een corona-uitbraak zich heeft voorgedaan. Als CRA verdiende ik toen niet meer als wat ik anders verdien als CRA. Doorheen het jaar heb ik een billijke bijverdienste aan mijn CRA-taken. Nu verdien ik relatief weinig voor wat ik nu allemaal moet doen. En dat is zeer veel: ik voorzag 24/7 permanentie voor mijn corona-leefgroep met meer dan twintig coronapatiënten, sommigen zeer zwaar ziek. Vanaf de toespraak van premier Wilmès die de rusthuizen afgrendelde half maart 2020, was het woord “weekend” voor mij betekenisloos geworden, tot we opgelucht begin mei de corona-cohorte konden sluiten. Het zijn nu eenmaal uitzonderlijke tijden. We moeten nu allemaal meer doen dan waar we betaald voor worden. Laat ons alstublieft nog kunnen teren op onze beroepseer. Toen ik mijn contract als CRA met het WZC tekende, tekende ik ook voor infectiebestrijding te coördineren voor dat salaris. Gewoonlijk is dat niet veel werk, nu is er meer werk aan. Het zij zo. Het is als een huwelijk: in goede en kwade dagen. We zijn allemaal gebonden aan ons contract, en als ik extra geld krijg voor dit geleverde werk, steek ik het integraal in iets waar mijn collegae én het rusthuis iets aan hebben: een jaarabonnement op een goed functionerend digitaal EMD-platform voor alle artsen die in het rusthuis komen. Dit is een concreet instrument om samenwerking tussen verschillende artsen versterken en om multidisciplinariteit bevorderen.


    Coronapremie als glijmiddel voor forfaitaire geneeskunde door de strot te duwen?

    Waar ik mij ook zorgen over maak, zijn de geruchten over de koppeling van CRA-taken met onze medische zorgtaken in het rusthuis (visites).
    Wij CRA’s (Coördinerend en raadgevend arts) hebben wat ik noem “CR-taken” en “A-taken”. De CRA-vergoeding dient om de “CR”-taken te vergoeden (vergaderen, teaching, bijstand bij bestuursmatige moeilijkheden, administratie, etc.) en die is billijk. De “A-taken” zijn de medische prestaties die verricht worden door de CRA op de eigen patiënten in het WZC, of op patiënten van andere artsen als er ad hoc een dringende vervanging nodig is. Een goed CRA houdt de vinger aan de pols van de patiënten-rusthuisbewoners; en heeft voldoende contact met de bewoners van het WZC om te weten wat er leeft op het medische vlak. Het is in het belang van de CRA, de patiënten-rusthuisbewoners, de collegae-huisartsen en de maatschappij best dat deze twee taken gescheiden blijven qua financiering.
    Een vereniging van de financiering van de “CR-taken” met de “A-taken” zou concreet betekenen dat wij, CRA's, gedwongen forfaitair moeten werken in het WZC. Vele CRA's, waaronder ikzelf, zullen resoluut niet akkoord gaan met deze regeling. Dit omdat dit afbreuk zal doen op het medisch functioneren.
    Ik verklaar mij nader:
    Ten eerste: omdat dit perverse incentieven in gang zet: als een effectief bezoek met volledige medische consultatie aan de patiënt niet per prestatie gehonoreerd wordt, leidt dit tot slordig werk, minder consultaties en uitstellen van zorgvragen.
    Ten tweede: hoe gaan de forfaits bepaald worden? Op basis van het aantal eigen patiënten? Op basis van het aantal rusthuisbewoners? Op basis van gepresteerde uren? Een prikklok? Uurroosters van arbeidstijden zijn volgens mij onverenigbaar met goede huisartsgeneeskunde waar werkefficiëntie al zeker niet ontmoedigd moet worden. Betaalde koffiekletstijd is verloren geld voor de maatschappij.
    Ten derde: er zal vervreemding beginnen optreden tussen de rusthuisbewoner en diens eigen arts. De (familie van) de patiënt rusthuisbewoner krijgt in dit forfaitair model een ongezonde stimulus om bij de CRA ingeschreven te worden. Dit is nu al een spanningsveld tussen CRA en eigen huisartsen, en deze maatregelen zullen alleen maar olie op het vuur gooien.
    Kortom: de consultatie, al dan niet bij de patiënt thuis, is de hoeksteen van ons huisartsgeneeskundig beroep. De honorering dient dit principe te volgen. Anders zullen de zwaksten onder ons, de bejaarden in de WZC’s, de onbetrouwbaarste eerstelijnsgeneeskunde krijgen.