Er is een nijpend tekort aan arbeidsartsen, die in deze coronacrisis nochtans onmisbaar zijn geweest. Slechts 4 procent van het totaal aantal artsen-specialisten in ons land is arbeidsarts, amper 1 procent van alle geneeskundestudenten studeert af in arbeidsgeneeskunde. Dat blijkt dinsdag uit een analyse van de federale jaarstatistieken van de FOD Volksgezondheid door de externe preventiedienst Liantis.
Volgens de jaarstatistieken voltooiden er in 2019 amper 14 arbeidsartsen in ons land hun specialisatie-opleiding arbeidsgeneeskunde. Dat is 0,95 procent van alle afgestudeerden in de specialisatieopleidingen. Eind 2019 waren er in ons land in totaal 1.186 arbeidsartsen aan de slag: slechts 4,01 procent van het totaal aantal artsen-specialisten dat in ons land gedomicilieerd is.
Per jaar starten er dus ongeveer 20 à 25 aan de specialisatie arbeidsgeneeskunde. Dat is een verbetering tegenover een aantal jaar geleden, toen dat er gemiddeld 10 per jaar waren, maar het aantal blijft laag. Volgens experts wordt het beroep erg ondergewaardeerd en wordt het onterecht geassocieerd met routine- of bandwerk. De coronacrisis heeft het belang aan arbeidsartsen bovendien extra onderstreept. Zo bekijken ze onder meer samen met bedrijven waar er risico's zijn op mogelijke besmettingen en hoe die preventief kunnen worden vermeden.
Om het tekort aan arbeidsartsen op te vangen, lanceert Liantis een video om nieuwe arbeidsartsen aan te trekken. Daarin vertellen arbeidsartsen waarom ze hun job zo graag doen en proberen ze studenten te overtuigen om er zelf voor te kiezen.