Het coronajaar 2020 zadelde niet alleen volwassenen in Vlaanderen met extra kilo's op, ook peuters bleven niet gespaard. Het aantal tweejarigen met overgewicht maakte toen een sterke sprong, naar 11,4 procent. Intussen laat corona minder sporen na: in 2021 werd bij 9,7 procent van de kinderen geboren in 2019 overgewicht vastgesteld. Dat meldt het Agentschap Opgroeien.

Het coronajaar 2020 hakte er bij iedereen danig op in, ook bij Vlaamse peuters. Ook hun bewegingsmogelijkheden en voedingsgewoonten kregen het zwaar te verduren. "Vrijetijdsactiviteiten vielen weg, spelen met andere kinderen was moeilijker", zegt Diederik Vancoppenolle, wetenschappelijk adviseur van Opgroeien. "Heel wat kinderen konden tijdelijk niet terecht in hun kinderdagverblijf of bij hun onthaalouder, opvang bij grootouders werd vermeden en bovendien moesten heel wat ouders thuiswerk combineren met de opvang van hun peuters."

In 2021 zwakte het aandeel tweejarigen met overgewicht, inclusief obesitas, weer af. In Antwerpen is dat aandeel met 11,1 procent het hoogst, in West-Vlaanderen het laagst. Daar heeft 7,6 procent overgewicht.

Ondanks de positieve evolutie kent nog altijd één op de tien peuters in Vlaanderen overgewicht. Daarom is het zaak te blijven inzetten op gezonde voeding en beweging. Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits verwijst onder meer naar het project "Zoet Zwanger", waarbij tijdens de zwangerschap al gewezen wordt op een gezonde levensstijl.

"Ook in de kinderopvang en op school is er aandacht nodig voor gezonde voeding en voldoende beweging", zegt ze. "Daarnaast mogen we niet vergeten dat er vaak socio-economische problemen zijn, waardoor gezinnen moeite hebben om voor gezonde voeding te kiezen. Via het groeipakket en de schooltoeslag nemen we ook daar al wat drempels weg."

Er zijn iets meer meisjes met overgewicht in Vlaanderen dan jongens: 10 procent tegenover 9,4 procent. Het aandeel tweejarigen met overgewicht ligt hoger bij kinderen met een moeder van niet-Belgische origine: 13,9 procent tegenover 7,9 procent. En kinderen in kansarmoede kennen een hoger aandeel kinderen met overgewicht: 14,3 procent tegenover 9 procent bij niet-kansarme kinderen.